essay

De dood van een ideaal

Door Joost Heijthuijsen
13 april 2011

Tekst: Joost Heijthuijsen

De omgeving van mijn oude middelbare school is de omgeving van Dood van een leraar, de debuutroman van journalist, schrijver en oud-docent Cyrille Offermans. Ik had gehoopt dat dat er niet toe zou doen, maar de docent die mij de regels van fictie en literair engagement leerde voegt nu zelf te veel realiteit toe aan zijn roman, en laat zich verblinden door zijn eigen ervaringen. Cyrille Offermans belichaamde het ideaal van de leraar die hij in zijn boek omschrijft. Hij wilde leerlingen hun grenzen laten opzoeken, ze nieuwsgierig maken. Onze ontluikende liefde voor literatuur voedde hij met betrokken lessen over boeken en hoe die boeken over de samenleving vertellen. Maar nog belangrijker: hij leerde ons via literatuur een kritisch positieve houding aan te nemen. Dat is het meest waardevolle dat ik in zeven jaar VWO leerde.

Offermans was een van de weinige persoonlijkheden in een kille leerfabriek. Daar ben ik hem dankbaar voor. Het ging op school niet goed met me omdat ik me niet thuis voelde in de omgeving en ik nergens terecht kon met mijn gevoelens. In de pauze hadden we geheime afspraken. Hij liet me dan vertellen over The Smashing Pumpkins, Orff, Nietzsche, Klimt, verliefdheid, ouders en alle andere dingen die een puberhoofd kunnen verwarren. Hij voedde me dan met boeken. Naam en datum van aanschaf schreef hij met vulpen voorin. Dat ging ik ook doen met mijn eigen boeken.
Zo creëerde ik langzaam mijn eigen identiteit. Zo ontsnapte ik uit de wereld van uitgebluste docenten, interne politiek en een grote roddelcultuur die in Dood van een leraar voorkomen. Helaas zijn dit universele thema’s in het onderwijs. En helaas voegt Offermans hier een te grote particuliere dimensie aan toe. Er was een collega die iets te graag naar meisjes keek en daarom disciplinair werd gestraft. Er was een overambitieuze directrice met nieuwe educatieve paradigma’s die het onderspit moest delven. Haar vervanger was een bouwpaus voor nieuwbouw. Te veel hiervan komt in het boek overduidelijk voor. Toch zegt Offermans in een interview voor radioprogramma De Avonden dat er geen duidelijk op de werkelijkheid gebaseerde figuren in het boek voorkomen. Een van de centrale personen in het boek is een leraar geschiedenis. Wij hadden die leraar geschiedenis. Hij was afgestudeerd in kerkgeschiedenis en kon geen orde houden. In zijn dogmatische katholieke boekengeschiedenis stond niets over puberhormonen in de praktijk. Zelfs in het belendende klaslokaal hoorden we hem om orde schreeuwen. Dan sloeg hij wanhopig met zijn liniaal op de tafels, maar het hielp niet.

Klassikaal lazen we het bulkboek Tjeempie, of Liesje in luiletterland van Remco Campert. We leerden wat een sleutelroman was en welke lol je kunt beleven aan rake omschrijvingen. Kleine karakters worden groter en grote karakters worden kleiner. Dood van een leraar zou je kunnen lezen als een sleutelroman over het leven van Offermans. Hij lijkt zelf op de vader van de protagonist, een recensent van Groen Nederland die Paul Klee een evenwichtskunstenaar noemt. Offermans schrijft voor De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland en schreef voortreffelijke boeken, onder andere Paul Klee. Een evenwichtskunstenaar. Zo zijn er nog veel meer parallellen van het boek naar zijn leven te trekken.
Literatuur gaat ook om het analyseren van de materie, leerden we. De andere lagen komen tevoorschijn door je te verdiepen in de geschiedenis van de literatuur en in de geschiedenis van de schrijver. Met literatuur kun je de werkelijkheid groter maken, van het particuliere iets universeels maken. Door te nijdig en persoonlijk te schrijven wordt je eigen werk minder. Hiermee maak je het universele kleiner en verlaag je jezelf. Dan krijg je het gevoel dat er sprake is van een persoonlijk afrekening. Dat is wat we van Offermans leerden.

In zijn romandebuut, na zijn pensioen, staat nu niet het werk van grote denkers, maar het handelen van zijn vroegere collega’s centraal. Waar hij in andere boeken uitblinkt in de kunst van de essayistiek is hij als romancier te hard en te direct. Het zijn clichés over het onderwijs, veelal in clichéstijl. Vorm en vent zijn niet congruent. Dit gebeurt op verschillende niveaus.
De protagonist begint als redacteur bij een uitgeverij en klaagt dat de eindredactie van teksten te wensen overlaat. In een van de meest cruciale scenes van Dood van een leraar is er een ‘bereider’ van een fiets. Een goede eindcorrectie had hier wonderen gedaan.
Dood van een leraar wordt door de uitgever aangekondigd als een ‘sterke’ roman en ‘rake combinatie’. Dit is precies die snelle werking van uitgeefland waar de protagonist zich in het boek tegen verzet. Maar ja, zo werkt de cultuurindustrie.
Op macroniveau schort er iets veel belangrijkers aan het boek. De protagonist vindt het moeilijk om zijn idealen aan te laten sluiten bij de realiteit van de werkvloer. Daarom zoekt hij gelijkgestemden in zijn omgeving. De docenten op de school lijken op de docenten met wie Offermans tussen de lessen door bijkletste. De buurman, de leraar geschiedenis die geen orde kan houden, was de buurman van Offermans. Op het lokaal van de leraar die af en toe te verlekkerd naar meisjes keek had Offermans vanuit zijn lokaal uitzicht. En de sigaren rokende docent uit het boek rookte zijn sigaren aan de overkant van onze aula.

In zijn boek gaat Offermans te ver. Hij pleegt karaktermoord op nauwe ex-collega’s en geeft een clichébeeld van zijn buurman die zich niet kan verweren. Letterlijk en figuurlijk. Daarmee wordt hij een pestende onder de pestenden.
Offermans geeft slechte docenten, interne politiek, de behoefte aan sensationele nieuwtjes van collega’s en de snelle scoringsdrang van de school de schuld van slecht onderwijs. Dat is nobel, want het niveau van het Nederlandse onderwijs is te laag en er zijn meer docenten zoals Offermans nodig. Maar met dit boek doet hij zelf mee aan de politiek die hij beschrijft. Het Nederlandse onderwijs krijgt een flink pak slaag, en terecht. Maar dit is een stoot onder de gordel.

Lees meer van

Vrijheid boven markt

Door Joost Heijthuijsen

Dit essay is geschreven in opdracht van Literair Productiehuis Wintertuin, voor de filosofische theatervoorstelling De Concurrent. Begrippen als ‘kapitalisme’ en ‘economie’ hebben door de tijd heen een andere betekenis gekregen. Zo zijn we van een markteconomie naar een marktsamenleving gegaan waarin alles te koop is. Joost Heijthuijsen wil deze alomvattende economie niet langer enkel aan […]

Lees meer uit de categorie essay

Waar ging het mis, Dimitri?

Door Maarten van Riel

Dimitri Verhulst (1972), mijn literaire held der zuiderburen, schreef een nieuwe roman getiteld De laatste liefde van mijn moeder. De Groene Amsterdammer, Het Parool en de Volkskrant waren weinig enthousiast over het nieuwe boek. En dat is opvallend, want Verhulst is een gevierd schrijver die in 2009 de Libris Literatuur Prijs won voor Godverdomse dagen […]

ontwerp: Artur Schmal Studio / ontwikkeling WordPress: Daniël Philipsen