interview

Alias Bedenker

Door Ayla Schneiders
13 december 2012

Als ik in juni de complete afstudeerexpo van de HKU bezoek, valt één werk me echt op: Alias Luistermagazine, van de hand van Jonathan Kraayeveld (1987), een product designer. Tussen de IKEA-imitaties, op Gaudi geïnspireerde vazen en maquettes van artikelen die voornamelijk de luxeproblemen van de westerse twintiger illustreren, staan op elf palen foto’s afgebeeld van een man.

Tussen alle producten valt dit kunstwerk erg op. De man is afgebeeld in verschillende soorten maatschappelijke rollen: antropoloog, hoofdredacteur, kunstenaar, sporter, schrijver, filosoof, ontwerper, burger, musicus, psychoanalyticus en vader. Aan de palen hangen koptelefoons om een geluidsfragment te kunnen beluisteren dat bij de desbetreffende foto hoort. Bij nadere inspectie blijken de geluidsfragmenten steeds een interview, advertentie of artikel te zijn. Dit is het product Alias Magazine, elf alter ego’s met ieder hun bijbehorende product. Een filosofische interpretatie van de maatschappelijke rollen die we als mensen hebben en producten die onze verschillende eigenschappen als mens illustreren. Wel even iets anders dan een designtafel van twee en een half duizend euro.

Alias product
Alias Magazine spreekt me aan door de samenhang, terwijl het toch ook een veelzijdig project betreft. Er wordt hier een heel ander soort ‘product’ gepresenteerd dan men in eerste instantie verwacht van een product designer. Jonathan studeert af met een levensbeschouwelijke interpretatie van het woord ‘product’ ,wat hem onderscheidt van de andere afstuderende kunstenaars. Wat is een product volgens Jonathan Kraayeveld?

Kan je kort vertellen wie je bent en wat je doet?
Ik ben Jonathan Kraayeveld, 25 jaar en heb de opleiding product design gedaan aan de HKU. Toen ik begon was er nog een splitsing in industrieel ontwerp en 3D design, maar dat hebben ze samengevoegd tot een zeer vrije opleiding. Meer vanuit de optiek: definieer zelf wat een product is en ga dat maken.

Hoe definieer jij product?
Dat kan van alles zijn. Ik heb stage gelopen bij een antropologen bureau dat wijkproblemen probeerde op te lossen in samenwerking met ontwerpers. Antropologen zijn onderzoekers dus die mogen geen mening geven. Hierdoor bleef het heel braaf, maar ik kon als ontwerper wel doortastende vragen stellen en dingen maken. Een product kan wat mij betreft een oplossing voor een maatschappelijk probleem zijn, maar ook een stoel van de IKEA die honderdduizenden keren te herproduceren is.  

Hoe gaat je opleiding om met al die interpretaties van het woord product?
Een kunstacademie is ingewikkeld onderwijs. Je geeft als student veel geld uit en uiteindelijk heb je niet per se veel aan je diploma zoals je dat aan een ‘gewoon’ HBO diploma hebt. De beoordelingen zijn kritisch, maar altijd subjectief en je moet het zelf allemaal weten waar te maken. Dat kan heel tegenstrijdig voelen omdat je veel investeert, maar in principe alleen jezelf er voor terug krijgt.
Ze beoordelen zoveel verschillende interpretaties en wat is nou de juiste? Op de opleiding heb ik vooral geleerd waar ik goed in ben en dat je moet waarmaken wat je wilt en daar hard voor moet werken en dat je keuzes moet maken. Als je geen keuzes maakt waarom doe je het dan? Je kan alles bereiken, als je het maar wilt.

En als ik dan zeg: je kan geen Afro-Amerikaan zijn?
Dan zeg ik, misschien gaat dat helemaal niet over kleur.  

Je werkt altijd vanuit de interpretatie van een definitie?
Ja. Precies. Ik werk graag vanuit woorden, woordspinsels. Uit karaktereigenschappen en het handelen van anderen ontstaan meestal mijn producten. Zo ontstonden ook de alter ego’s van Alias Magazine en de bijbehorende producten. Al die producten samen kan ook weer een product zijn. Een collectief van alter ego’s.

Alias kunstenaar
Aan alles lijkt gedacht bij Alias Magazine. Een uniek en waterdicht concept met een glasheldere uitwerking. Waar schemert de kunstenaar er dan nog doorheen? 
Iets anders fascinerends aan het eindproduct is dat de Jonathan zichzelf elf keer op de foto heeft laten zetten. Hoe denkt hij over het effect op anderen en wat zijn de keuzes die hij daarin heeft gemaakt?

Welk alter ego vindt je het leukst?
De schrijver. Ik heb het meeste lol gehad aan complimenten geven aan mijn eigen alter ego’s. Zeker als ze gebaseerd zijn op clichés die je in de maatschappij terug kan vinden. De stoffluiter is daar een goed voorbeeld van, die geeft zichzelf een compliment over zijn eigen experimentele stijl, wat nergens naar klinkt. Ik verwijs dan naar de kunstuitingen die in feite nergens over gaan, maar wat mensen zich dan toch eigen proberen te maken door er een analyse over te maken. Het is aandoenlijk menselijk gedrag omdat alles wat een mens ziet, daar moet men wat mee.

Net als jij nu ook weer.
Ja, dat is ook wat ik verschrikkelijk vind en dat is de zelfspot. Net als dat mensen er ook wat mee moeten dat ik mijzelf elf keer op de foto zet en mezelf complimenten geef. Er zullen mensen zijn die direct bij het zien van de elf foto’s voorbij lopen en denken, dat is weer zo’n kunstenaar die zichzelf op de foto zet. Ik vind het idee dat mensen denken dat ik mezelf zo neerzet omdat ik zo ben, veel interessanter dan daadwerkelijk zo zijn.

Jij staat op de foto’s, maar welke van de alter ego’s ben je niet?
De persoon die de tand- en wc-borstel, een van de producten van een alter ego, op een sokkel zou zetten en met een mooi lampje zou uitlichten. Een kritische zeikerd die zegt: ‘kijk eens wat we met z’n allen doen’. Ik wil mensen laten lachen in plaats van de kritische zak uithangen.

Jij zet jezelf op een paal met een tand- en wc-borstel in je hand, mooi uitgelicht. Ben jij dan niet een nog grotere criticus?
Ja, een criticus zeker. Maar een zeikerd niet. Iemand die de tand- en wc-borstel op een sokkel zet en daarmee zegt: kijk eens wat we met z’n allen doen. We noemen dit kunst, of we vragen hier geld voor en maken het belangrijk. De maker neemt dan niet de verantwoordelijkheid dat hij zelf een keuze maakt om uit te dragen wat hij vind.
Ik vind het verschrikkelijk irritant als mensen geen keuzes maken in hun werk. Als je bijvoorbeeld aan een ontwerpwedstrijd meedoet en twee ontwerpen instuurt dan neem je jezelf niet serieus.

Beschouw je jezelf als de beste?
Ja. Wel in wat ik doe. Maar er zijn mensen die ik de beste vind in andere dingen. Een klasgenoot van mij is bijvoorbeeld heel goed in het ontwerpen van reproduceerbare dingen. Ik heb respect voor hem omdat hij overal over nadenkt, keuzes maakt van de materialen tot de vorm en de functionaliteit.

Waar vind jij dat jij de beste in bent?
Ik denk dat ik heel goed ben in dingen verzinnen. Dat klinkt een beetje lullig, maar ik heb een hele rijke fantasie die ik weet toe te passen op iets wat je zou kunnen doen of maken. Ik kan gewoon goed ideeën bedenken die altijd gebaseerd zijn op het handelen van de mensen.

Alias proces
Eigenlijk is Alias Magazine een product van de tijd waarin we leven. Een representatie van de keuzes die we als mens moeten maken, met in het achterhoofd, de jagende, onderdak zoekende mens die we in de oertijd waren. Vanwege onze luxepositie nu hoeven we daar niet meer over na te denken, maar houden we wel een heleboel onvervulde verlangens naar onbepaalde doelen over. Alias Magazine houdt ons een spiegel voor en laat ons zien hoe we onszelf presenteren en kunnen presenteren. Het vertelt ons dat wij producten zijn van de maatschappij. Het laat zien wie we zijn, wat we kunnen en onthult daarmee direct onze onkunde en tekortkomingen.

Hoe kwam je tot Alias Magazine?
Eerst wilde ik een documentaire maken van bandjebandje. Dat is een collectief samen met een vriend van me waarin we eigenlijk concepten bedenken voor feesten en evenementen. Dat ligt me heel erg omdat het altijd iets anders kan zijn en dus alles mogelijk is. Maar aan de andere kant vond ik dat ook te makkelijk om mee af te studeren omdat het dus alles kan zijn en ik dus geen keuze maak.  
Schrijven heb ik altijd heel erg leuk gevonden en ik zie graag dat mensen aan het lachen gemaakt worden door mijn werk. Uiteindelijk besloot ik naar aanleiding van het handelen van mensen nu in deze tijd een soort product daarvan te maken, dat is Alias Magazine geworden.

Hoe zijn uiteindelijk deze elf alter ego’s er uit gekomen?
Deze ideeën klopte. Andere ideeën waren te weinig absurdistisch of humoristisch. Sommige ontwerpen leenden zich niet voor de zelfspot die Alias Magazine ook uitdraagt. Sommige lagen te dicht bij mij als kunstenaar en waren geen alter ego. Uiteindelijk heb ik deze elf geselecteerd omdat ik vond dat dit een compleet beeld gaf van wat je als mens kan zijn en wat je als mens doet. Deze pasten bij elkaar, anderen vielen er net buiten.

Hoe bepaal je dat?
Ik zorg dat ik overal over na heb gedacht. Ik laat niets aan het toeval over, hoewel het vaak door toeval ontstaat. Iedere stap is doordacht en alles is een keuze. Zo kan ik uren doorpraten over Alias Magazine omdat alles wat het is een recht van bestaan heeft.

Heb je tijdens het proces gedacht: dit gaat te veel worden, juist omdát alles een bewuste keuze is?
Ja. Ik ben een perfectionist en dan ga je jezelf dingen voorleggen die je moet doen en meestal wordt alles dan steeds meer in plaats van minder.

Welk alter ego staat voor dat deel van de mens?
De sporter denk ik. Die is het meest ‘waar’. De sporter ruimt op terwijl hij sport met zijn ‘sportruimer’ als product. Het is een confronterend alter ego omdat hij eigenlijk precies doet wat het tegenovergestelde is van mijn boodschap. Ik verklaar dat je geen goede kunstenaar bent als je geen keuzes maakt en eigenlijk ook geen goed mens als je alles tegelijk wilt doen, maar de sporter doet dat toch. Het is als het ware alsof ik de Mount Everest beklim en halverwege mensen tegenkom en hen oproep terug te gaan, terwijl ik zelf verder ga.

Alias Magazine is hier te bekijken

Lees meer van

Tussen kunst en speech

Door Ayla Schneiders

“Het is 6 juli 2025. Het is verkiezingsdag. Over twaalf uur weet Johannes Daniel Christophorus Fretz of hij de volgende minister-president is van het Koninkrijk der Nederlanden.” Johan Fretz (1985) is afgestudeerd acteur aan de toneelschool van Amsterdam, helft van het cabaret duo ‘De Gebroeders Fretz’, spraakmakend tafelheer van De Wereld Draait Door en bovendien […]

Lees meer uit de categorie interview

Abdul Broekema over apocalyptische battles, ruimtekolonisatie en de oppergod van de poëzie

Door Sophie Kok

Abdul Broekema leest alles wat los en vast zit, van Griekse tragedies tot Van Dale-woordenboeken en van boeken over ruimtevaart tot de gedichten van zijn grote voorbeeld Tracy K. Smith. Hij studeert literatuurwetenschappen, doet sinds 2015 mee aan poetry slams en hoopt ooit een bundel te publiceren (en op een andere planeet te gaan wonen). Ook […]

ontwerp: Artur Schmal Studio / ontwikkeling WordPress: Daniël Philipsen