Slideshow Poëzie
Door Hanan Faour | beeld: Lisa DroesTijdens de Boekennacht 2014 organiseerde De Optimist met NRC Café een avondvullend programma rondom het thema reizen. Speciaal voor deze avond droegen dichters Kira Wuck en Tim Pardijs poëzie voor gebaseerd op ‘En Masse’, het fotoboek van Isabella Rozendaal over Nederlanders op vakantie.
Vandaag een selectie van de gedichten van Tim Pardijs.
Vrije plaatskeuze
Als we wonen in wat we eten is de aardappel ons huis
tussen tafel en tent was nog plek en je weet maar nooit.
Van paplepel tot heinde vegen we ons zand van de schil
zetten het mes erin, leggen de blanke binnenkant bloot
reizen maakt hongerig. We stillen de trek van het noorden
met eigenheimers, medicijn tegen de wee van ons heim
pappenheimers om zes uur voor de tent om tafel
de schillen in een zak onder de geduldige auto.
Het mooiste aan reizen is thuiskomen, de tent lang
en hard borstelen tot al het vreemde zand er vanaf is.
Weekendje weg
Het was bewolkt bij aankomst, het zwembad
lag grijs te wachten. De felgekleurde folder zei
even helemaal weg in deze zespersoons villa. Vier
stoelen in de tuin. Ik legde mijn handdoek in het gras.
We bliezen alvast de paarse zwemband op, lieten
de bal over de rode tegels stuiteren. De lucht werd
’s middags blauwer en ik besloot een duik te nemen.
Even helemaal weg. Het water sprong op, druppels
grepen naar de hemel. Blauw streek bladeren
glad, spoelde groene bergruggen weg en vulde de
schaduwen van hen die nog op het gras zaten.
Ik weet niet meer met hoeveel we zijn. Hoe verder
ik val, des te sneller loopt het bad leeg in de hoogte.
Ik val de val die me zo klein maakt dat ik nergens
meer neer kan komen.
Ik vraag haar waarom
Ik vraag haar waarom. Ze probeert door het
beslagen raam naar buiten te kijken, richt zich
dan weer op een bedrukt bierviltje voor zich.
Ze zegt dat ze zichzelf helderder wil gaan zien.
Ik vraag haar waarheen.
Ze stuurt foto’s van zichzelf voor een doorzichtig
gletsjermeer, ruiten wassend in een woestijn. Waarom
niet gewoon in Zutphen, vraag ik. Dat komt, schrijft ze.
Meer foto’s: op een bergrug voor een weids uitzicht,
glazen spoelend in een kroeg. Ik vraag wanneer ik haar
mag komen opzoeken. Wacht maar op Zutphen.
Ik vraag ook nog wie die jongen is die zijn glas wodka
en zijn glanzende lichaam tegen het hare drukt.
Na Zutphen hoef je me nooit meer te schrijven.
Ik vraag haar of ze het niet jammer vond
dat het bewolkt was toen ze landde, of ze
het niet erg vond alleen door de mist naar
Zutphen te rijden, of ze ernaar uit kijkt
om me weer te zien, of ze me al zien kan.
Ik vraag haar waarom ze niets van zich laat horen.
Ik vraag haar waarom ze niets van zich laat horen.
Je hebt weer een gitaar gekocht
Je hebt weer een gitaar gekocht. Ik zie je door
het raam, staand tussen de box en je laptop:
de zwarte band om je gebogen schouders, pedalen
aan je voeten, een kleine versterker op de vensterbank.
Je glimlachte op de momenten dat het publiek
juichte. Je lachte niet, je glimlachte. Alsof je
met al die mensen iedere avond opnieuw een grap
uithaalde en twijfelde of je de clou moest vertellen.
Je sms’t twee uur van tevoren onze vaste
afspraak af. Je voelt je niet goed en gaat
vroeg naar bed. Later hoor ik van je vrouw
dat je een lang gesprek met je baas hebt gehad.
Je zei: ik doe eigenlijk maar wat. We sliepen in
een kelder in Noorwegen, waar je die maanden woonde.
Met een gitaar. We rookten tot mijn longen pijn deden.
Ik ben helemaal niet zo’n geweldige gitarist, zei je.
Ik vertel dat ik stop met roken omdat ik bang ben
eerder dood te gaan. Jij haalt je schouders op.
Eerder dan wat, antwoord je. Ik heb altijd
gedacht niet ouder dan veertig te worden.
Op het podium liet je je gitaar soms los, als je
even niet hoefde te spelen. Het instrument
bungelde dan voor je buik. En als je wel
speelde, leek het nog alsof je ‘m niet vasthield.
Je vraagt me vaak of ik dezelfde keuzes zou maken,
als ik mijn leven over zou mogen doen. Soms haal
je bij de videotheek dvd’s van gitaristen en bekijkt
die de hele middag met je zoon op schoot.
Je hebt weer een gitaar gekocht.
Ga naakt in de distels staan
Ga naakt in de distels staan,
leg wat je draagt neer in het gras.
Zet je voeten anders neer in het zand,
wijs met je tenen naar waar je heen wil,
tel met je huid de korrels onder je voeten.
Omarm de wind die je streelt, sluit je ogen,
kijk jezelf aan in het water en
glimlach naar de persoon die je ziet.
Kijk niet naar waar de zon staat, zie
de wolken aan de lucht voorbij trekken.
Tel met je huid de korrels, wacht met
het topje van je teen in het water dompelen,
wees gerust, je mag de kant weer op.
Kom morgen op dezelfde tijd weer terug,
leg neer, tel korrels, glimlach.
—–
Meer informatie over En Masse – How Holland Holidays hier.
Over de auteur
Hanan Faour (1998) vertelt verhalen in tekst, beeld en html. Ze won in 2017 de El Hizjra Literatuurprijs met haar verhaal Kippen vliegen niet en droeg voor op het Nieuwe Types Festival. Ze legt je graag uit hoe haar naam wordt uitgesproken en als ze overal ter wereld zou kunnen wonen zou dat in Limburg zijn, maar dan wel in één huis met haar hele familie.
Over de illustrator
Zie https://lisadroes.nl/ voor meer van Lisa Droes.
Lees meer van Hanan Faour
De Nieuwe Lichting: Hanan Faour
Door Hanan FaourDe Optimist vroeg de nieuwe lichting afgestudeerden van schrijfopleidingen in Nederland en Vlaanderen om hun eindwerk in te sturen. In DE NIEUWE LICHTING presenteren wij fragmenten uit dat werk en stellen wij de schrijvers van de toekomst voor. Hanan Faour studeerde af aan de opleiding Creative Writing aan ArtEZ met de novelle Als we allemaal thuis zijn, […]
Lees meer uit de categorie kort verhaal
De generaal
Door Ferdinand LankampOp een meidag in 1855, een kleine veertig jaar na Waterloo, schuifelden vijftien oudere heren beurtelings op afroep een vertrek binnen. Kuchend en mopperend dat vroeger alles beter was volgden ze de eerbiedige instructies op van de veel jongere fotograaf. Op diens verzoek hadden ze die dag hun tenues de ville thuisgelaten; in plaats daarvan […]