kort verhaal

Spel

Door Myrthe Timmers | beeld: Gemma Pauwels
17 december 2014

 

‘Meen je dat, schat? Is het echt waar?’ Met zijn jas nog aan ging hij naast haar op de bank zitten. Ze legde haar handen om zijn gezicht, keek hem diep in zijn ogen en probeerde blijdschap uit te stralen. ‘Ja,’ zei ze toen. ‘Ja, het is echt waar.’ Terwijl hij haar kuste, gleden zijn handen over haar buik. ‘Ik ben zo blij,’ fluisterde hij. ‘Zo blij.’

***

De zwangerschapstesten hingen als een zwijgende waarschuwing naast de condooms. Vroeger had ze getwijfeld of de ribbeltjes en de bananensmaak het extra geld waard waren. Nu vroeg ze zich hetzelfde af over een display dat de zwangerschapsduur in weken zou weergeven.
Uiteindelijk koos ze voor een extra gevoelige test die met een plus of min de uitslag vertelde. Op aanraden van de vrouw achter de kassa maakte ze er even later drie van. ‘Dan heb je gewoon wat extra zekerheid. En daarna kun je ze in het babyboek plakken en cadeau geven aan de opa’s en oma’s.’
Blijkbaar zag ze eruit alsof ze verlangde naar het maken van babyboeken. Naar het wassen van kleine kleertjes en het zingen van oude liedjes. Naar huisje, boompje, beestje.
Pas toen ze bijna thuis was, bedacht ze dat de verkoopster geen rekening had gehouden met een negatieve test. Het verbaasde haar niet. Sinds ze twee dagen geleden niet ongesteld was geworden, wist ze wat de uitslag zou zijn.

GEMMA PAUWELS - SPEL

In haar appartement zocht ze lang naar iets om de urine op te vangen. Een koffiekopje was te klein, een emmer te groot. In een nooit gebruikt keukenkastje vond ze ten slotte een plastic bakje. Vaag kon ze de bami van de afhaalchinees nog ruiken.
Boven de toiletpot liep een breuk door de tegels, die ter hoogte van de spoelbak vertakte in twee dunnere lijntjes. Tijdens het wachten liet ze haar vinger nu eens het ene, dan weer het andere spoor volgen. Het plusje was nog duidelijker dan het voorbeeld in de bijsluiter.
Met de test in haar hand liep ze naar de woonkamer. Nog een halfuur, dan kwam Marten lunchen. Ze dekte de tafel met het damasten tafelkleed en het servies van haar oma. Terwijl ze het bestek neerlegde, vroeg ze zich af of ze champagne op tafel zou zetten, al was het maar voor het knallen van de kurk. Ze besloot het niet te doen. Dingen moesten op de juiste manier beginnen, anders werkten ze niet. Meteen ruimde ze ook de filet americain en rosbief af.
Marten zou het niet erg vinden. Hij hield van rauw vlees op zijn brood, maar vanmiddag zou hij het niet merken. Hij zou niet eens proeven wat hij at. Eerst zou hij het niet durven te geloven, maar daarna zou hij haar tegen zich aantrekken en over haar buik aaien. ‘Ik ben zo blij,’ zou hij in haar oor fluisteren. ‘Zo blij’. Tijdens de lunch zou hij broodjes voor haar smeren, terwijl hij haar met licht betraande ogen zou aankijken. ‘Ik ben zo blij.’ Hij zou het blijven herhalen tot ze klaar waren met eten, waarna hij alle alcohol zou weggooien. ‘Want we gaan het goed doen, dit. Echt goed.’
Marten en zij waren op de goede manier begonnen. Tijdens de eerste voorstelling was zijn hand naar haar kont gegleden. Zonder dat het publiek het kon zien, kneep hij.
In de pauze volgde ze hem naar zijn kleedkamer. Haar pruik, die de hele voorstelling al te los had gezeten, gleed af. Ook de lijm van haar nepwimpers hield het niet vol. Ze voelde hoe het reepje op haar wang bleef hangen. Even maakte ze zich zorgen. Met een pantykousje op haar hoofd en haar wimpers halverwege haar gezicht moest ze eruitzien als een aftandse etalagepop. Hij leek het niet te merken. Gretig tastte hij onder haar kostuum.
‘Ben je beschermd?’ fluisterde hij in haar oor.
Toen ze haar hoofd schudde, aarzelde hij.
Dertig seconden voor het einde van de pauze hielp hij haar met het opnieuw opzetten van haar pruik. Voor het vastplakken van haar wimpers was geen tijd meer, daarom plukte ze ook de andere van haar gezicht. De volgende tien voorstellingen speelde ze de tweede akte zonder extra wimpers rond haar ogen.
Na de elfde voorstelling was de regisseur naar haar toegekomen. Zonder haar aan te kijken had hij gevraagd of ze de pauzes weer met de rest van het gezelschap wilde doorbrengen. Sindsdien hadden ze hun onderonsjes verplaatst naar haar huis. Na afloop van de voorstelling vreeën ze nu in haar bed. Het had kaler gevoeld. Echter. Anticonceptie was nooit meer ter sprake gekomen. Wanneer Marten naast haar in slaap viel, bedacht ze hoe hij eruit zou zien achter een kinderwagen. Af en toe, als ze samen naar het theater fietsten, had hij het over later. Over een groot huis met een nog grotere tuin. Ze streek een plooitje uit het tafelkleed. Ja, de afgelopen maanden waren een goed begin geweest.
Tien minuten voor de bel zou gaan. Op de bank deed ze alsof ze een tijdschrift las. Emma, dacht ze. Emma is mooi voor een meisje. Voor een jongen Simon, naar Martens vader. Als tweede naam wilde ze Valentijn, dat had ze altijd al een mooie naam gevonden. Toen de bel ging, dwong ze zichzelf rustig naar de deur te lopen. Met de test in haar hand keek ze hoe hij de drie trappen naar haar appartement opliep. Ze wachtte niet tot hij zijn jas had uitgedaan. Zodra hij hem had opengeknoopt, gaf ze de test.
Hij bekeek hem vluchtiger dan ze had verwacht. ‘Meen je dit? Is dit echt waar?’
Ze vergaf hem dat hij geen ‘schat’ zei. ‘Ja’, fluisterde ze. ‘Ja, het is echt waar.’
Hij staarde haar aan. ‘Hoe kan je zoiets laten gebeuren!’
Ze deed een stapje achteruit. ‘We hebben het toch nooit geprobeerd tegen te houden?’
‘Ik dacht dat jij aan de pil was gegaan!’
Ze zette nog een stap naar achteren, waardoor ze met haar rug tegen een eetkamerstoel kwam te staan. ‘Nee,’ zei ze. ‘Nee, dat ben ik niet.’
Marten legde de test op het tafeltje naast de deur. Ze verwachtte dat hij eindelijk naar haar toe zou komen, maar hij knoopte zijn jas tot de bovenste knoop dicht. Twee keer liet hij zijn vingers van boven naar beneden glijden om te controleren of elke knoop in het juiste gat zat. ‘Je neemt maar een abortus,’ zei hij.
Van achter het raam keek ze hoe hij de straat op liep. Terwijl hij overstak, hoopte ze dat hij haar vanaf de overkant een kushand zou toewerpen, zoals hij dat altijd had gedaan als hij eerder weg moest dan zij. Ditmaal liep hij echter de bocht om zonder zelfs maar even zijn pas in te houden. Ze dacht: dan krijg je ook geen rompertje met I love daddy erop, eikel.
Terwijl ze de tafel afruimde, maakte ze een lijstje met dingen die ze niet meer zou doen. De drogist mocht de shirtjes met mijn-papa-is-de-liefste houden. Simon schrapte ze als mogelijke naam en ze zou haar kind leren een hekel te hebben aan rauw vlees als broodbeleg.
’s Avonds nam ze een andere weg naar het theater.

 

Na een uur trok Marten haar op het podium naar zich toe. ‘Meen je dat, schat? Is het echt waar?’ Met zijn jas nog aan ging hij naast haar op de bank zitten. Ze legde haar handen om zijn gezicht, keek hem diep in zijn ogen en probeerde blijdschap uit te stralen. ‘Ja,’ zei ze toen. ‘Ja, het is echt waar.’ Terwijl hij haar kuste, gleden zijn handen over haar buik. ‘Ik ben zo blij,’ fluisterde hij. ‘Zo blij.’

 

Over de auteur

Myrthe Timmers (1990) studeerde Nederlands in Leiden en Amsterdam. Ze heeft de Rotterdamse voorronde van Write Now! gewonnen en stond op de shortlist van De Grote Lowlands Schrijfwedstrijd. Eerder werk van haar verscheen in of op Viva, De Gelderlander, Tijdschrift Ei en De Optimist.

Over de illustrator

Meer informatie over en werk van Gemma Pauwels is te vinden op haar uitgebreide website: gemma.nu

Lees meer uit de categorie kort verhaal

Buitenlandse Zaken

Door Wieke van der Linden

Ik ben hier vaker geweest. Nadia heeft het gezegd en ik geloof haar. Er zijn tegels zoals in het zwembad. En een hek. IJzeren wagentjes waar de spullen in moeten. Daarnaast zit een witte waakhond. Ik pak mijn schrift. ‘Koop appels en melk’, staat er. Het hek duwt in mijn buik als ik er doorheen […]

ontwerp: Artur Schmal Studio / ontwikkeling WordPress: Daniël Philipsen