Fucking Radiohead
Door Willem Claassen | beeld: Gemma PauwelsMij is niets verteld, verdomme. Ik voel me een idioot. Ik heb ze de hand geschud en binnengelaten. Vijf man, lange jassen, kraag omhoog, allemaal een instrumentkoffer in de hand. De laatste die over de drempel stapte, viel op vanwege dat rare oog, maar er ging geen belletje rinkelen. Je gaat uit van een groep Engelse jongens, een onbekend gitaarbandje. Goed, ze waren ouder dan ik had verwacht, maar ik dacht daar verder niet over na toen ik ze backstage bracht. En nu staan ze daar te soundchecken.
Fucking Radiohead.
Ik dacht: die stem die ken ik. Het nummer ken ik niet, maar die stem is heel vertrouwd. Ik sta daar met Hugo, onze programmeur, bij de gordijnen. Ze zijn net begonnen met de soundcheck en ik zeg: waar lijkt dit toch op?
Radiohead, zegt hij droog.
Ja! zeg ik, inderdaad, Radiohead! Het lijkt wel een coverband.
En ik begin te lachen.
Het is Radiohead, zegt Hugo.
Hij lacht niet.
Ik schud mijn hoofd, grijns om zijn grap, maar Hugo blijft serieus.
Zo willen ze het, zegt hij.
The Hedgehogs. Ik had er nog nooit van gehoord. Ik kan het niet allemaal bij houden, daar is Hugo voor. Wel check ik altijd even de website. Het enige wat ik onthouden had, was dat het Engelsen waren, met gitaren.
Ik trek Hugo het café in.
Wat is dit?
Dit is Radiohead, zegt-ie. Echt. The Hedgehogs bestaan niet. Dat hebben ze verzonnen. Back to basic, dat is het idee. In kleine zaaltjes voor mensen die niet voor een naam komen, maar voor nieuwe, onbekende muziek. Morgen spelen ze in een ander zaaltje, onder een andere naam en dan is de website van The Hedgehogs uit de lucht.
Je lult, zeg ik.
Ik meen het, zegt hij.
Wat een bullshit.
Oké, dan niet.
Hugo kijkt naar de zaal. Een stem gaat de hoogte in. Thom Yorke, kan niet anders. Thom fucking Yorke.
Ze hebben niet eens een geluidsman bij zich, zeg ik.
Precies, zegt Hugo.
We loeren weer langs het gordijn en ik kan er niet meer omheen, dit zijn ze.
Ze spelen alleen nieuwe nummers, zegt Hugo terwijl hij over mijn schouder meekijkt. Dit wordt historisch.
Ik trek Hugo opnieuw het café in.
Waarom mocht ik het niet weten?
Niemand mocht het weten, alleen Ronald en ik. Als het zou uitlekken, zou de show niet doorgaan. Staat allemaal in het contract.
Maar je had het mij toch wel kunnen vertellen? Ik moest ze nota bene ontvangen!
Juist daarom kon ik het je niet vertellen.
Godverdomme.
Maar straks weet iedereen het, zeg ik. Dat doet heel snel de ronde.
Natuurlijk, zegt Hugo, maar dan is het ook geen probleem meer. Juist mooi. Morgen staat overal in de krant: Radiohead in Nijmegen. Goed voor onze naam. Maar dan zijn zij vertrokken en niemand weet waarheen en onder welke naam.
De soundcheck duurt lang. Ze willen back to basic, maar zijn toch nog heel perfectionistisch.
Ik loop heen en weer in het café. Ruim wat dingen op. Bekijk het schema van de avond nog eens. Steeds weer keer ik terug bij de gordijnen. Ik kan vragen hoever ze zijn, maar ik durf het niet.
Hugo zit aan de bar. Hij bladert door de krant en drinkt een cola, als een gewone bezoeker. Hij hoeft hier nog helemaal niet te zijn. Meestal is hij er een uur voor het concert, maakt een praatje met de muzikanten en laat de rest aan mij over. Wat een lul is het toch. Ik werk hier drie jaar langer dan hij. In het begin moest ik hem alles uitleggen.
Weet je wat The Hedgehogs betekent? vraagt hij.
Ik haal mijn schouders op.
De egels, zegt hij.
Je hebt het opgezocht.
Ja.
En wist je dat ze in Roosje hebben gestaan?
Ja, zeg ik. Ze waren toen nog niet zo bekend en hadden net een hitje met Creep. Bij aankomst stelden ze zich allemaal netjes voor, behalve Yorke.
Je kent het verhaal, zegt Hugo.
Ze zijn klaar met de soundcheck.
Vang jij ze op? vraagt Hugo.
Ik knik en kijk naar het podium, maar ik blijf staan. Hij geeft me een duwtje.
Ze kijken naar me als ik voor het podium sta. Ik kom niet uit mijn woorden. Nu weten ze dat ik het weet. Verdomme, ben ik weer de idioot. Thom Yorke glimlacht.
This is a nice venue, zegt hij.
Do you want something to drink? vraag ik.
We’d like to go to the backstage.
Ik knik, sta opnieuw te treuzelen. De drummer sleutelt nog wat aan zijn snaredrum, de bassist legt zijn gitaar neer. Ik heb bijna alle albums, maar ik ken hun namen niet uit mijn hoofd, behalve die van Yorke.
How long have you been working here? vraagt de leadgitarist.
Seven years, zeg ik. You are the greatest band I ever worked for.
Kut. Het voelt alsof ik me versproken heb.
I love these kind of venues, zegt Yorke. I wouldn’t mind playing venues like this for the rest of my life.
Well, you’re always welcome here! zeg ik.
Ze lachen.
Do you know how Hedgehogs is pronounced in Dutch?
Ik zit opeens op de praatstoel.
Ze weten het niet.
Egels, zeg ik.
Ze proberen het na te doen. Op z’n Nederlands, met die moeilijke g.
Sounds like ‘Eagles’, zegt de bassist.
Yes, zeg ik, The Eagles.
In de backstage worden blikjes uit de koelkast gehaald.
How long do we have? vraagt Yorke.
Two hours before the doors open.
Hugo komt binnen. Ze kijken hem allemaal aan. Hij krijgt een rooie boei, zegt gedag en is weer weg.
I would like to go outside for a little while, zegt Yorke. Is there a place around where they don’t know bands like, let’s say, Radiohead?
De drummer grinnikt.
Ik noem Waterkwartier.
Can you bring us there? You’ll take us back in time, won’t you?
And what with the food? vraag ik.
We’ll eat somewhere outside, at our own expense. It won’t take long.
Ik kijk in de gang of Hugo daar nog staat, maar hij is er niet.
Okay, zeg ik. OK computer.
Daar moeten ze om lachen.
Ik ben de trap afgedaald. Hugo loopt heen en weer achter de bar. Hij heeft vijf lege glazen klaargezet.
Ik wil ze wat van de tap aanbieden, zegt hij.
Ik vertel hem over het plan. Zijn gezicht betrekt. Hij zegt dat ik dat niet kan maken.
Maar ze willen het graag, zeg ik.
Ik wil het niet hebben, punt.
De muzikanten komen het café binnen.
We would like to go outside for a little while, he’ll go with us, zegt Yorke.
Hugo knikt snel, glimlacht.
Okay, no problem.
In een Fiat bestelbus zijn ze vanaf Eindhoven Airport naar Nijmegen gereden. Ze hebben zelf uitgezocht hoe ze moesten rijden, vertelt de drummer. Hij houdt het portier voor me open. Ik ga naast Yorke zitten.
De toetsenist zet de radio aan. Hij draait aan de knoppen. Een piratenzender.
This is where they listen to at the place where we’re going, zeg ik.
En ik zeg: You could pronounce the name of the neighbourhood as Waterquarter.
Dat vinden ze grappig. Waterquarter, herhalen ze steeds.
You’re a funny guy, zegt Yorke.
Als we wegrijden, staat Hugo in de deuropening. Hij houdt zijn vuisten gebald langs zijn lichaam. Ik steek mijn hand op. Dag eikel, mompel ik, tot straks.
En ik verdwijn met fucking Radiohead.
Over de auteur
Willem Claassen publiceerde een roman (Park) en een verhalenbundel (De koe die de Waal over zwom). Hij woonde en werkte drie weken in een verzorgingshuis als Schrijver in huis. Daar is een voorstelling uit ontstaan, in samenwerking met singer-songwriter Down in Norway: Sommige bomen houden hun blad langer vast dan andere. Onlangs verscheen een luisterboek van deze voorstelling bij Ondercast.
Over de illustrator
Meer informatie over en werk van Gemma Pauwels is te vinden op haar uitgebreide website: gemma.nu
Lees meer van Willem Claassen
Hond
Door Willem ClaassenMijn vader lag midden op de dag op bed. Hij lag op zijn zij, diagonaal over het tweepersoonsmatras, de deken half over zich heen. De gordijnen hingen open. Het rook er muf. ‘Verdomme,’ bromde hij. ‘Ik hoorde je wel.’ Ik had twee keer aangebeld en toen zelf de deur maar geopend. Ik had een sleutel. Met […]
Lees meer uit de categorie kort verhaal
Ouderdom: een drieluik
Door Vincent BakkumDe rimpels van Rampling In het pikdonker schommelt de pont over het IJ. Gezichten van over hun stuur geleunde fietsers fluoresceren in het licht van hun mobieltjes. Ergens wordt een joint gerookt. K en ik zijn naar de film geweest. In Eye. Naar me toegebogen wil ze, fluisterend, weten of iedere man later met erectieproblemen […]