essay

Instagraf. Duister toerisme in Krakau

Door Richard Jongeneelen | beeld: Lune van der Meulen
25 mei 2018

Waar de dood heilig is, gebeurt online shaming al snel. De Duitse satiricus Shahak Shapira bestrafte happy tieners bij het Berlijnse Holocaustmonument, door van hun selfies wrange Auschwitzcollages te maken. Met YOLOCAUST ontrafelde hij zo de grenzen van toerisme, maar zei ook: ‘Fout. Mag je niet doen.’ Krakau heeft ook zo’n plek: het Plein van de Helden van het Getto. Een monument vol sculpturen van lege stoelen, symbool voor de terreur van de nazi’s. Instagrammers van over de hele wereld worden erdoor aangetrokken als bijen door honing. In de stad waar je met een golfkarretje op ‘getto tour’ kan, onderzocht ik zonder shaming wat in het Engels ‘dark tourism’ genoemd wordt.

‘Velen zijn zich er niet van bewust dat het lezen van grafsteeninscripties kan helpen om te reflecteren op het leven.’
Dorina Buda- Professor Toerisme, Leeds Beckett University

Met je selfiestick voor de ingang van Auschwitz poseren. De Britse onderzoekers Malcolm Foley en John Lennon noemden het in 1996 ‘dark tourism’ oftewel ‘duister toerisme’. Hun definitie luidt: ‘Het bezoeken van plekken die gelinkt zijn aan de dood, rampen en gruweldaden.’ Zo lees je in hun boek Dark Tourism: the attraction of death and disaster (2000) over toeristen die op eigen houtje op zoek gaan naar wrakstukken van de in 1912 gezonken Titanic. In het gunstigste geval kan duister toerisme ons volgens Foley en Lennon helpen te leren van de meest duistere episodes uit ons verleden. In het minst gunstige geval ontaardt het in een vorm van exploitatie van dat verleden, door munt te slaan uit de menselijke hang naar sensatie.

Veel toeristen smullen van plekken waar verlies en lijden hebben plaatsgevonden. Of dat nou Auschwitzbezoekers zijn die met een selfiestick door het domein dwalen of Israëlische toeristen die vanuit de Golanhoogten met hun verrekijker naar vechtende rebellen en regeringstroepen gluren. Ongeveer 10 procent van de wereldbevolking doet aan toerisme en daarvan heeft iedereen wel eens met een ‘dark place’ te maken gehad. Iets aan de dood en rampen trekt ons al eeuwenlang aan. Tijdens de Franse Revolutie kwamen mensen massaal op straat om naar onthoofdingen te kijken. Het was een macabere vorm van volksvermaak waarbij collectieve wraakzucht of vergelding een grote rol speelde. In de Klassieke Oudheid reisden mensen dagenlang en betaalden zich blauw aan accommodatie, om gladiatoren elkaar te zien afmaken. Dit zijn beide vroege vormen van duister toerisme. Als sociaal- wetenschappelijk onderzoeksgebied is duister toerisme nog relatief jong. Sociologen vragen zich vandaag af waar de grens ligt die herdenking, viering en voyeurisme van elkaar scheidt. Bij Plac Bohaterów Getta in Krakau komen meerdere facetten van duister toerisme bij elkaar.

#Misbehave

De ‘getto tour’-karretjes cirkelen ‘s winters de hele dag rond het plein, vol ingeduffelde toeristen met snacks en frisdrank. Een krakende audiogids schetst aan de hand van horrorverhalen de geschiedenis van de plek.

Op 3 maart 1941 werd het getto opgericht in de wijk Podgòrze, met het Plein van de Helden van het Getto (voorheen Plac Zgody) als centraal punt. Alle niet-Joodse inwoners vertrokken, behalve de Poolse verzetsstrijder Tadeusz Pankiewicz, die er zijn apotheek ‘Onder de adelaar’ runde. Op het plein werden mensen samengebracht om ze naar werkkampen te sturen. Zieken of ouderen kregen wachtend op hun deportatie de kogel. De eerste selectie vond plaats op 4 juli 1942: 111 doden. De laatste gebeurde op 13 en 14 maart 1943: ruim 2000 doden. Pas in december van dat jaar was het getto leeg. Het plein verloor al haar functies. Jarenlang werd het gebruikt als openbaar toilet of parkeerplaats, tot in 2005 het monument met zeventig smeedijzeren stoelen werd onthuld.

Anno 2018 delen Instagrammers happy selfies vanaf deze plek. Op de zes bestaande Instagram pagina’s van het monument, waaronder de officiële hoofdpagina #placbohaterówgetta, vind ik een totaal van 2936 openbare berichten met foto’s terug. In 135 van de gevallen voelden toeristen of inwoners de behoefte zichzelf te laten fotograferen op een van de sculpturen en om die foto te delen met een bijschrift dat niets met de hele plek te maken heeft. De combinatie van de inhoud van deze bijschriften, de historische beladenheid van de plek en de aanwezigheid van deze mensen, roept allerlei vragen bij me op. Daarom heb ik deze 135 foto’s verzameld en een selectie gemaakt. Aan de hand van een top 4 bevraag ik wat de drijfveren kunnen zijn om een ‘dark place’ te bezoeken.

  1. babadoo_k

Naast zijn broertje poseert hij met een groot blik bier. Op de muur achter hen prijkt een kalender van de Heilige Maagd Maria. Op een ander kiekje springt hij ’s nachts op de motorkap van een dure auto, terwijl hij met een arm zijn gezicht bedekt. Bij vrienden thuis toont hij ons trots zakken chips met hasj smaak of blikken cola met het woord ‘Star’ erop. Het is duidelijk: babadoo_k houdt van een feestje op z’n tijd. Op 4 april 2017 plaatste hij een foto van zichzelf en vier vrienden. Een van hen zit op een stoel bij Plac Bohaterów Getta en de rest staat met gekruiste armen en een alfamannetjes blik om hem heen. Het enige bijschrift is La Cosa Nostra, een bijnaam voor de Siciliaanse maffia.

  1. robert_blk

Met een suntanned bovenlijf joggend op het strand, twee dikke gewichten van tien kilo heffend in de sportschool of met een zwart Speedo slipje en een peddel op een surfplank. De foto’s verraden het al: Robert houdt van sport. Met grote regelmaat laat hij zich sportend fotograferen. Het meest voorkomende decor is de fitnesszaal. Echter, op 13 december 2016 plaatste Robert een foto van zichzelf, zittend op een van de stoelen van het monument. Hij poseert er met streetwear kleding uit een flitsende herfstcollectie. Robert heeft in het onderschrift het volgende te vertellen:

#fallseason#streetwear#streetwearemporium#swep#nyfwm#streetstyle#urbanwear#streetfashion#menswear#urbanstyle#urbanoutfitters#mystyle#thewayiam#winterfasion#simplefits#americanboy#polishboy#downtownboy#misbhv#sweatshirt#zarajeans#reebokclassic#reebokshoes#welcometomyworld#placbohaterowgetta#southkrakow

Naast de cryptisch verwoorde identiteitscrisis #americanboy#polishboy lees ik ook het schoenmerk dat hij draagt-Reebok Classics– en ergens onderweg de nauwelijks opvallende afkorting misbhv oftewel misbehave. De 70 sculpturen van lege stoelen staan symbool voor de mensen die in lange rijen staand hun deportatie moesten afwachten, terwijl hun huizen werden leeggeroofd en de inboedel op het plein belandde. Iedere stoel staat voor duizend slachtoffers. Ze zijn door de Poolse architecten Lewicki en Łatak bewust leeg gelaten, omdat in hun eigen woorden ‘het leven van deze vermoorde gemeenschap alleen maar gerepresenteerd kan worden door afwezigheid.’

  1. madie19969

Te midden van een all inclusive setting dobberend in een knalgroene zwemband, in roze bikini bij het strand of met een frappuccino op een warm terrasje. De beelden spreken voor zich: Magdalena heeft een band met de zon. Op 27 februari 2016 plaatste ze een foto van zichzelf, zittend op een van de stoelen, met als enige onderschrift ‘I’m happy again!’. Op een andere foto, als een ‘Photoshop’-geheel met dit exemplaar gepresenteerd, kopieert ze een danspose uit de film Singin’ in the rain.

  1. sowulka_huhu

Nummer 4 is een bedrijf: Sowulka, een grafisch bureau dat via hun webshop t-shirts en truien verkoopt met het logo van een uiltje (Sowulka) erop, in allerlei variaties. Een uiltje met een gasmasker behoort ook tot de opties. Op hun Instagram pagina schrijven de eigenaars ‘de behoeften te vervullen van geeks en uilenliefhebbers, door hun stempel te drukken binnen de wijdverspreide popcultuur.’ Op 15 november 2015 plaatsten ze trots een foto op Instagram van een postpakket, liggend op een van de stoelen bij Plac Bohaterów Getta, met als bijschrift ‘Weer eentje die ter adoptie gaat!’.

Laugh. That’s an order.

Plac Bohaterów Getta in Podgórze is geen doorsnee plein met wat zitbankjes. Na even rond te lopen kom je al gauw een plaquette tegen met informatie erop. Zonder de rol van Polen gedurende de Holocaust te benoemen, wordt er informatie gegeven over de rol van het plein in de geschiedenis van Krakau. Expliciet wordt benoemd dat op deze plek enkel het lot van de Joodse inwoners wordt herdacht, dus niet dat van de gesneuvelde Roma of communisten. Dit is een countermonument omdat het provoceert en een wisselwerking in gang zet tussen monument en voorbijganger. Zo’n monument hoeft ook niet ongerept of ‘ontheiligd’ te blijven. Je kan je afvragen of het herdenken van een gebeurtenis tot de taken van het monument behoort, of tot die van de toeschouwer.

Het monument is narratief te noemen door de rechtstreekse verwijzing naar de liquidatie van het getto op 13 maart 1943. Er wordt specifiek verwezen naar de verlaten straten vol meubilair en koffers, van de voormalige Joodse bewoners die uit hun huizen werden gezet. Waar de Duitsers wat aan hadden namen ze mee, de rest ging in vlammen op. Ook staat de stoel voor de lange uittochten te voet die de Joden moesten maken voor de oprichting van het getto. Ze droegen zoveel als ze konden, in de veronderstelling dat ze op een nieuwe plek hun leven weer zouden oppakken. Foto’s van Joodse mensen die met hoopvolle blik een stoel naar het getto dragen zijn online wijdverspreid.

In zijn abstractie is het plein ook symbolisch en lijkt het op een wachtruimte voor openbaar vervoer. Toeristen of inwoners nemen plaats terwijl ze wachten, wat voor een countermonument ook niet zo gek is. Deze nevenfunctie van het monument is een rechtstreekse verwijzing naar de transporten ten tijde van het getto. Dat mensen van overal ter wereld het plein bezoeken, suggereert op die manier dat iedereen overal een slachtoffer kan zijn. Daarbij heeft het gemeentebestuur van Krakau zelf een herdenkingsroute aangebracht, die je ook voert langs de Emaillefabriek van Oskar Schindler of de apotheek ‘Onder de Adelaar’ van Tadeusz Pankiewicz: een klein maar uniek, interactief museum.  

Het probleem is niet dat mensen op de stoelen gaan zitten: het is immers een openbare plek. Wat opvalt is wanneer mensen foto’s van zichzelf op het plein delen en gebruiken voor doelen die niets met de plek zelf te maken hebben. Zo ontstaat de indruk dat een plek enkel interessant is of prikkelt omdat hij opvalt. In Berlijn is dat een imposant domein vol betonblokken, in Krakau een plein vol met massieve gietijzeren stoelen. Moeten we er dan van uit gaan dat het in veel gevallen bij deze primaire reactie blijft? Een plek valt op, dus ik ga erheen en doe mijn ding? Zelf heb ik in 2015 ook lollend met vrienden door de Berlijnse betonblokken gedwaald. Het deed wel wat met me, maar een sigaret stak ik even vrijblijvend aan als op eender welke plek in de stad.  

Het kan zo’n zwaarbeladen plek goed doen om samen te vallen met het organische leven van alledag. Herdenking is geen must, maar kan zo wel allerlei vormen aannemen. Bovenal lijkt de manier waarop we met oorlogsherdenking omgaan opvallend te veranderen. Zo maakte de Nederlandse fotograaf Roger Cremers foto’s op plekken waar het oorlogsverleden nog duidelijk voelbaar is. Met zijn reeks World War Two Today exposeerde hij in 2016 bij het Verzetsmuseum in Amsterdam. De foto van een Amerikaanse toerist bij de verbrandingsovens van Auschwitz betekende het startschot. Op zijn t-shirt staat de tekst ‘Laugh. That’s an order.’ Cremers publiceerde hem niet, maar andere beelden volgden al snel. Studentes die met wegwerpcamera’s de kamp-tatoeage van een Auschwitzoverlevende fotograferen of een jongen met een doodshoofd-t-shirt die graven schrobt op een Duits kerkhof.

Doordat de oorlog steeds verder van ons af komt te staan, moeten we ook op zoek naar nieuwe manieren om met dit verleden om te gaan. Maar zijn het theatraal uitbeelden van de Siciliaanse maffia op een plek waar ooit honderden mensen zijn neergeschoten, een kledinglijn showen waar vrouwen naakt werden geïnspecteerd door dronken officieren of een choreografie nabootsen waar alle vormen van plezier consequent werden verboden, ook vormen van herdenken? Nieuwe vormen van herdenken voor een generatie wier emotionele band met de oorlog zo stilaan verdwijnt?

Getto tour

Vrieskou en smoglucht vermengen zich met de geur van brood. Op een geparkeerd luxe golfkarretje met plastic flappen aan de zijkant, staat in zwarte blokletters ‘Getto tour’ te lezen. Een jongen van mijn leeftijd zit rillend in zijn eentje op de achterbank. Kleurrijke fleece dekentjes liggen in een stapel opgevouwen naast hem. Uit een zijstraatje komt zijn gezin eraan, met mutsen, mantels en meeneem koffie. Op kop loopt een kleine man die verdrinkt in zijn felgele bodywarmer. Het hele gezelschap draagt zakken vol met warme broodjes, die als wierookvaten de smoglucht op het plein verdrijven.  

Terwijl ze naderen maak ik een foto van hun rillende zoon. Op mijn telefoonscherm kijkt hij verloren, starend naar de sneeuw die hem omringt. Pas als de groep zich naast hem nestelt krijgt hij weer kleur. Het gevaarte op wieltjes zakt naar beneden. Kundig sprayt de chauffeur antivries op de vooruit en knoopt zijn bodywarmer dicht tot strak onder de kin. Iedereen krijgt een fleece dekentje. Alle beentjes worden ingestopt. In hun 21ste eeuwse koets brommen ze weg, terwijl de dampende keizerbroodjes uit hun bakkerszak verschijnen.

De toeristische sector in Krakau speelt in de wijk Podgórze vooral in op het verderf dat hier ooit plaatsvond. Als je er een poos verblijft zie je hoe toeristen smullen van deze focus op de dood alsof ze naar een spannende Hollywoodfilm kijken. Dagelijks arriveren buitenlandse bussen vol met schoolkinderen, voor een georganiseerde trip langs vroegere vernietigingskampen en kerkhoven. Tijdens de uitleg van de gids lacht een meisje in de lens van haar iPhone. Een jongen van haar leeftijd keek hier 75 jaar geleden in de loop van een Walther P38.

Toeristen stappen met snacks en frisdrank in karretjes voor een ‘getto tour’, die hen langs plekken voert waar mensen ooit zijn verhongerd. Ze luisteren naar verhalen over de dood. Het lijkt een soort interactieve bioscoop op wieltjes, met als enige genre de oorlog. Een macaber funpark voor grote mensen. Waarom worden zulke trips niet afgewisseld met een bezoek aan culturele instellingen die zich inzetten voor het huidige Krakau? Om het beeld in stand te houden dat de stad een ruïne is, waar alle kansen tot harmonieus samenleven tussen inwoners voor altijd brutaal zijn weggevaagd?

Het verhaal dat alles vroeger beter was lijkt makkelijker te verkopen dan dat van een stad met hervonden evenwicht. Dat de oorlog littekens naliet betekent echter niet dat je continu aan het verleden moet vasthouden. Toch heeft Krakau hier last van. Juist in zulke steden is het belangrijk te blijven zoeken naar de balans tussen heden en verleden. Maar brengt het verhaal van een stad met herwonnen kracht wel genoeg geld op? Spekt een zeer oorlogsverleden de staatskas niet veel beter?

Soms gunt duister toerisme lokale economieën een kickstart. In El Salvador predikt het dorpje El Paisnal de populariteit van priester Rutilio Grande, die in 1977 door regeringstroepen werd vermoord. Hoewel de bloedige burgeroorlog in 1992 stopte, is het kerkje van dit gat vandaag een bedevaartsoord. Vol morbide nieuwsgierigheid zakken toeristen af om te proeven van vroegere gruwelijkheden. Het is een verplichte halte op de ‘Route van het Historisch Geheugen’, waar de gemeente voor 300.000 euro hotels en restaurants neerpootte. Nadat orkaan Katrina in 2005 New Orleans vernielde, leverden de toeristische bus-trips door het gebied genoeg geld op om de boel weer te herstellen. Brad Pitt liet er met zijn stichting ‘Make it right’ 150 betaalbare, groene en orkaanbestendige huizen bouwen. Het Franse Duinkerke is sinds de première van ‘Dunkirk’ een nieuw museum, meertalige Dunkirk-tours en een evacuatieboot omgetoverd tot restaurant rijker. In Krakau houdt duister toerisme de boel ook letterlijk overeind. Bezoekers aan de synagogen en kerkhoven betalen met hun toegangsbiljet mee aan de renovatie en het onderhoud van deze historische plekken. Zo stond de Tempel synagoge in het hart van Kazimierz ooit op instorten en moest hij tijdens mijn bezoek van binnenuit worden gestut.

In geliefde ‘dark tourism’-steden zoals Krakau speelt vaak een sensatie-element mee. Een periode waarin mensen zich schuldig maakten aan zulke onvoorstelbare wreedheden, spreekt nu eenmaal tot de verbeelding. Terwijl we ervan gruwen willen we toch ervaren hoe het moet zijn geweest. Het idee dat je iemands aanwezige geest en lijden kan voelen, ronddolend op de plek waar hij lang geleden stierf. Hetzelfde gebeurt als mensen huilend het voormalige concentratiekamp Auschwitz verlaten. De verhalen van de gids en foto’s van de doden bezorgen je kippenvel. De hel krijgt vorm. Death sells.

Bąbelstein

Verschillende joodse achternamen staan boven deuren op gevels gekalkt. Bąbelstein lees ik in witte koeienletters op een romantische gevel. Als ik het ’s avonds in mijn laptop invoer krijg ik geen resultaten, behalve dan het bewuste huis. Niemand heet zo. Maar wat klinkt het lekker Joods, toch? Aan de naam werd de Poolse letter ‘ą’ toegevoegd, die je min of meer uitspreekt als de laatste letters van het Franse woord ‘bon’. Precies die letter zorgt ervoor dat je helemaal niet meer weet wat er staat. De naam bestaat niet. Een verzonnen naam op een knalroze gevel, met 871 hits op Google.

Hoewel in Podgórze de dood nergens ver weg is, speelt de toeristische sector in het voormalig Joodse district Kazimierz vooral in op de herleving van de Joodse cultuur. De wijk is van vernietiging gespaard gebleven en vormt het bruisende hart van de Joodse populatie in Polen. Kazimierz is op veel fronten de tegenhanger van Podgórze, dat zwaar getekend werd door de oorlog. De verschillen tussen deze twee districten laten zien hoe toerisme in Krakau de herinneringscultuur beïnvloedt. Al is de sfeer in dit district luchtiger, niet alles wat je tegenkomt is zo koosjer als op het eerste zicht lijkt.  

Zo kom je er na enig onderzoek in het joodse museum Galicia al gauw achter dat de wijk tegenwoordig in niets lijkt op hoe het voor de oorlog was. In Kazimierz woonden vroeger niet veel rijke Joden. Er heerste veel armoede. De rijkere Joden woonden in andere districten en mooiere huizen. Het merendeel van de gevels was verwaarloosd. Sommige huizen in de wijk herinneren daar nog aan. Weinigen beseffen dat dit verval een realistischer beeld biedt van het verleden dan al die sprookjesachtige mooimakerij. Vandaag de dag zijn met geld van de Europese Unie oude huizen en gevels gerestaureerd en voorzien van warme kleuren, stereotypische symbolen en Joods klinkende achternamen. Een opgeleukte Disney-versie van het vroegere Kazimierz. Met de koosjere snackbar Sjalom Falafel lijkt het pretpark helemaal compleet.

Met Olga Danek, een jonge Joodse vrouw uit Krakau, praat ik over het neppe gehalte van Kazimierz. ‘’Poolse restaurantuitbaters lokken je met opschriften over de Joodse keuken, terwijl ze er geen idee van hebben wat dat is. Niks is koosjer. Toeristen worden voor de gek gehouden.’’ De Joodse snackbar Sjalom Falafel blijkt een uitzondering te zijn. Olga eet er regelmatig na het werk, als ze geen tijd heeft om te koken. Het lijkt erop dat veel in de toeristische carrousel Kazimierz in teken staat van een soort Joodse feel. Een kunstmatig Joodsromantisch sfeertje waar iedereen blijkbaar een graantje van wilt meepikken. De vraag rijst echter hoe ver dit circus mag gaan. Wanneer ga je over een grens heen en ontaardt alles in een vorm van exploitatie, waar Malcolm Foley en John Lennon voor waarschuwen?

Bij de boekenzaken in Kazimierz klinkt opzwepende Klezmer. Olga werkt in zo’n zaak. Ze vertelt me dat toeristen vaak naar Joodse muziek vragen. ‘’Wat zoekt u dan precies?’’ Velen gaan ervanuit dat Klezmer de enige bij uitstek Joodse muziek is, terwijl traditionele klaagzangen, psalmen of volksliederen ook tot de muzikale erfenis behoren. Soms wordt het echt pijnlijk. Zo kwam er eens een man met zijn gezin die vroeg waar je Joden kan zien, alsof hij zocht naar de hoek met gorilla’s in een dierentuin.  Olga wierp toen een blik op haar horloge en zei ‘’De meeste mensen zijn op dit uur nog aan het werk.’’, zonder te vermelden dat ze zelf ook Orthodox-Joods is. Ze loste het op met humor, omdat een overgevoeligheid voor iedere stereotypische misvatting een rustig leventje lastig maakt. Het laat zien dat er diverse verschijningsvormen van duister toerisme bestaan.

Middelvinger van liefde

Meer nog dan onze motivatie om een ‘dark place’ te bezoeken, spelen de emoties een rol die we op zo’n plek ervaren. Zowel bewust waarneembare emoties, als de drijfveren in ons onderbewustzijn. Dorina Buda, voormalig professor Culturele geografie aan de Universiteit van Groningen, onderzoekt duister toerisme vanuit emoties en affect. In haar boek Affective Tourism: Dark Routes in Conflict (2015) schrijft ze hierover: ‘The human world is constructed, lived, experienced and performed through emotions; so too are travel and tourism. Affective and emotional encounters define touring people and places as affect and emotion travel with and through bodies, in places and between objects.’

Het effect dat de aanwezigheid op een ‘dark place’ heeft op ons gemoed, kan sterk ons gedrag op die plek beïnvloeden. Terwijl we ons bij die emoties wel iets kunnen voorstellen, zijn affecten volgens Buda abstracter. ‘Emotions cross boundaries, making them unstable; emotions are expressed, while affects are ‘inexpressible’ and therefore ‘unable to be brought into representation.’ Het zijn drijfveren die zich in ons onderbewustzijn manifesteren en die heel divers kunnen zijn. De een kan gevoelens van patriottisme of trots ervaren als hij een rampgebied bezoekt, terwijl een ander erheen trekt als onderdeel van een zwaar rouwproces. Toch gaan veel mensen volgens Buda onbewust op zoek naar het oncomfortabele, het schurende, omdat ze daar uiteindelijk iets goeds uithalen voor zichzelf.

Re-enactments zijn een minder conventionele vorm van duister toerisme, waarbij mensen zich emotioneel proberen te verhouden tot een duister verleden door middel van spel. Een oorlog naspelen is een populaire vorm van ‘re-enactment’, die wordt besproken in het boek Dark Tourism (2015) van Karel Werdler. Het is vooral bekend in de Angelsaksische cultuur. Veel Britten en Amerikanen treffen wekelijks vrienden om zich in kostuum uit te leven op artificiële slagvelden. Sommigen voelen het als een burgerlijke plicht om meer te leren over de lokale geschiedenis van hun woonplek. Anderen houden van de nostalgische romantiek van het verleden of vinden het gewoon leuk om in een maffe outfit rond te lopen. In ieder geval is het een legitieme vorm van herdenking. De Nederlandse fotograaf Roger Cremers besteedde aan deze re-enactments hobby aandacht in zijn fotoreeks World War Two Today. Dat resulteerde onder meer in beelden van volwassen mannen in soldatenkostuums, die zich in een woonwijk achter elektriciteitscabines verstoppen voor ‘de vijand’. Blijkbaar willen mensen voelen hoe het moet zijn geweest om de gruwelen van zo’n oorlog te ervaren. Volgens Dorina Buda is toerisme altijd een manier om herinneringen opnieuw vorm te geven, al heeft dat in het geval van duister toerisme soms een ietwat zwart komisch randje.

In het artikel Why Death Tourism is Thriving wordt geopperd dat de opkomst van film, televisie en populaire magazines de grote drive is achter onze fascinatie voor de dood en geweld. Het idee erachter is dat mensen meer geïnteresseerd raken in dystopische fenomenen, in tijden waarin ze onzeker worden over de relatie van hun overheid jegens geweld. Sporen van vernieling en lijden zien helpt toeristen zo om te gaan met onzekerheid over iets als de dood in onze samenleving. Toch schrijft de Australische essayist Paul Mcbride over de relatie tussen duister toerisme en massamedia:

 ‘Despite many challenges mass media plays a part in encouraging tourists’ interest in dark tourism sites, although it is neither the only, nor the major driving factor in promoting dark tourism destinations. Dark tourism sites are cultural landscapes which can be interpreted in many ways, as can tourists’ motivations for visiting them. Visitors to dark tourism destinations seek a variety of meanings from their experience and their reasons for visiting sites of real or recreated death are numerous and varied. Dark tourism is a complex issue, in terms of consumption, supply and its relationship with mass media.’

De motivatie om een duistere plek te bezoeken is dus niet eenduidig. De grote diversiteit aan te ervaren emoties is lastig te analyseren. Duister toerisme beschouwd vanuit emoties  en re-enactments kan helpen te reflecteren op het fenomeen van selfies bij oorlogsmonumenten. Instagrammers bootsen in zekere zin de aanwezigheid van vroegere slachtoffers op het plein na, met als grote verschil dat zij leven en gelukkig zijn. Ondanks de ooit gerichte focus op rassenzuivering en volkerenmoord, lopen er iedere dag van het jaar mensen met diverse culturele achtergronden rond op het plein. Ze bewegen zich vrij, alsof het nooit anders is geweest.

De manier waarop toeristen via sociale media hun geluk vastleggen, kan vergeleken worden met de manier waarop de Parijzenaren massaal op straat kwamen na de aanslagen in de Bataclan of bij Charlie Hebdo. Als jij met geweld denkt de ziel uit onze samenleving te slaan, zullen wij met woorden van liefde (symbolisch: de pen) laten zien dat dit je niet lukt. Waar ooit onmenselijk leed voor het eigen sadistische archief van de nazi’s werd vastgelegd, leveren kleurrijke en creatieve selfies nu het ultieme multiculturele tegenbewijs van deze ziekelijke ideologie. Het lijkt niet uit te maken of we iets herdenken dat een week geleden of zeventig jaar terug plaatsvond. Onze neiging op plekken van dood en verderf blijkt vaak om op authentieke wijze het ultieme tegenvoorbeeld te presenteren. Duister toerisme kan dus niet alleen helpen om op het verleden te reflecteren, maar ook te reageren.  

Als de oorlog door filmmakers wordt herdacht met representatie op een bioscoopscherm en Britten in gekke kostuums door de bossen rennen om soldaatje te spelen, waarom zou een selfie op de plek des onheils dan bovendien geen vorm van herdenking kunnen zijn? Het gaat om het beeldend herdenken van een tijd die niet de jouwe is. Dat maakt het zuiver en oprecht, omdat je het ook niet zou kunnen doen. Het is toch al dik zeventig jaar geleden, dus who cares? De nazi’s legden veel van hun daden accuraat op beeld vast voor het eigen archief. Dit maakt de miljoenen Instagram foto’s van toeristen bij oorlogsmonumenten een globale middelvinger van liefde. Projecten zoals Yolocaust van Shahak Shapira helpen de dialoog over de grenzen van toerisme levend te houden, maar focussen soms ook te eenzijdig op een moralistische veroordeling van iemands gedrag. Het is gemakkelijk om bepaalde verschijningsvormen van duister toerisme als onethisch te bestempelen. Met de oorlog mag je niet lachen. De dood is een serieuze zaak. Humor speelt wel degelijk een grote rol bij duister toerisme. Een selfie voor de ingang van Auschwitz voelt gek aan, maar kennelijk hebben sommige mensen daar toch behoefte aan. Als het hen uiteindelijk helpt een beter begrip te krijgen van de duistere zaken die in ons collectieve geheugen zijn verankerd, hoeft dat geen probleem te zijn. Duister toerisme kan helpen ons emotioneel te verhouden tot iets dat eigenlijk heel ver van ons afstaat. Of dat nou met een selfie, een soldatenuniform of een dansje gebeurt staat iedereen vrij. 

Deze publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met De Nieuwe Garde.

Over de auteur

Richard Jongeneelen (BE, 1991) schrijft scenario’s en essays. Hij studeerde Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en hoorde bij de tweede lichting van het Slow Writing Lab. Tijdens deze vrije master verkende hij in tekst zijn Poolse roots. Dit resulteerde oa. in een mentoraat bij De Nieuwe Garde, het platform voor beginnende essayisten. Zijn teksten verschenen eerder bij deFusie, rekto:verso, De Titaan en EXPOSED. Gestaag werkt hij ook aan zijn audiovisuele portfolio. Richard schreef het scenario en co-regisseerde de videoclip bij het nummer ‘Underspoken’, van de Gentse band Low Land Home. Met Ahmed Hammadi van het Rotterdamse filmcollectief GUAP ontwikkelde hij een korte film over millennials in de allesverpletterende prestatiemaatschappij. Verder heeft hij altijd iets met zwarte humor gehad.

Over de illustrator

Lune van der Meulen (1991) is a Dutch artist and illustrator. She graduated from Artez Institute of the Arts with a BFA in Illustration Design in 2015. lunevandermeulen.com

Lees meer uit de categorie essay

Wat vrouwen (denken te) willen

Door Nikki Dekker

Nikki Dekker las een boek over seks en wat vrouwen daar mee willen. Het bracht haar op uiteenlopende gedachten; over mannen die porno afzweren en een geestelijke gezondheidstest uit de jaren 70. Vrouwen willen seks. Dat is het grote nieuws waarmee Daniel Bergner van Wat Vrouwen Willen een bestseller maakte. In tegenstelling tot het oude fabeltje […]

ontwerp: Artur Schmal Studio / ontwikkeling WordPress: Daniël Philipsen