Kunstbende #2: Keet Winter
Door Keet Winter | beeld: Sjoerd van LeeuwenIk ga u nu mijn grootste geheim vertellen, en vraag daarvoor uw volledige aandacht.
Het was de nazomer van 2002, de eerste SE-week was achter de rug. Koude wind waaide ons om de oren, voor het eerst dat jaar. We stonden buiten omdat Stan rookte.
‘Ik heb er geen goed gevoel over,’ zei hij terwijl hij rook naar de grond blies.
‘Ik ook niet,’ zei ik. Eva zei niks, er speelde een flauw lachje om haar lippen. Zij hoefde zich geen zorgen te maken, en dat wist ze.
‘Op deze manier ga ik het niet halen,’ zei Stan en hij trapte zijn sigaret uit.
‘Misschien is het een idee om te leren, de volgende keer?’ Eva gaf Stan een plaagduwtje. Eva gaf mij nooit plaagduwtjes.
‘Wist je dat er een regel is,’ zei ik, ‘dat als er iemand doodgaat tijdens een SE, iedereen een voldoende heeft?’ Eva en Stan lachten.
‘Wat wil je hiermee zeggen?’ zei Stan, en hij gaf me een klap op mijn schouder. Een harde windvlaag sloeg ons in het gezicht. Eva kroop dieper in haar jas.
‘Kom, we gaan ons de tyfus in zuipen,’ zei Stan.
‘Ik kan niet,’ zei Eva.
‘Ik had het ook niet tegen jou, alleen degenen die hun examens zwaar hebben verneukt mogen zich de tyfus in zuipen!’
Zwaar bezopen fietsten we die nacht terug naar huis. We hadden al een tijd niks meer tegen elkaar gezegd en ik moest moeite doen om met mijn hoofd bij het fietsen te blijven. Soms botsten we bijna tegen elkaar aan.
‘Ik moet je iets vertellen,’ zei Stan.
‘Wat?’ Stan zweeg even, toen liet hij een boer.
‘Ik heb gezoend, met Eva.’ Hij botste met zijn voorwiel tegen mijn fiets. Het was heel zacht, maar ik viel bijna om.
Er ging nog veel aan vooraf, maar dat weet ik niet meer. Het was nu volop herfst en de volgende SE-week kwam eraan. Ik probeerde erachter te komen of Stan en Eva een relatie hadden. Ze gingen nog hetzelfde met elkaar om als een paar maanden geleden. In het verleden waren Stan en ik om beurten verliefd geweest op Eva. Maar dat was lang geleden, ik had Stan al jaren niet meer over haar gehoord. Bovendien was Stan eigenlijk nooit zo serieus verliefd op Eva geweest. Ik had altijd het idee gehad dat hij haar leuk vond omdat ik haar leuk vond. In mijn ogen pasten die twee totaal niet bij elkaar. Een paar dagen voor de tweede SE-week belde Stan me op.
‘Ik heb de hele middag zitten rekenen en als ik nu een voldoende voor wiskunde haal dan kan ik nog slagen,’ zei hij. ‘Alleen ga ik dus echt nooit een voldoende halen.’
‘Weet je dan wel zeker dat die berekeningen kloppen? Misschien haal je het sowieso wel niet.’
‘Ik maak hier geen grapje! Ik weet het zeker en sterker nog: het geldt ook voor jou. Als we geen voldoende halen is het klaar. Finito.’ Het was een tijdje stil. Schoolwerk kon me geen ruk schelen en ook Stan had er nooit tijd in gestoken. Ik vroeg me af of een relatie met Eva daar verandering in had gebracht.
‘Nou, dan kan ik wel kappen met leren. Een voldoende voor wiskunde gaat ‘m niet worden.’
Stan lachte. ‘Ik heb een plan,’ zei hij.
Misschien was ik bang om alleen achter te blijven in het dorp. Misschien deed ik mee omdat Eva meedeed, ik weet het niet meer. Het plan was om de leraar Nederlands, die surveilleerde, tijdens het SE te vermoorden. Eva regelde de technische zaken. Het fijne begreep ik er niet van. Het moest gebeuren met gif. Zij zorgde ervoor dat het de juiste hoeveelheid was zodat de docent Nederlands tijdens het SE dood neer zou vallen. Stan zorgde ervoor dat niemand ons ergens van zou verdenken. Mijn taak was om ervoor te zorgen dat het gif in de koffie van de leraar terechtkwam. Dat was het begin, daarna veranderde alles. Het plan werkte. Voor ieder examen dat we niet gingen halen werd een slachtoffer gevonden. Wij waren God. Niemand was zijn leven zeker. Wie ons voor de voeten liep riskeerde het om het volgende slachtoffer te worden. Wij staken al onze tijd in de moorden terwijl andere leerlingen aan het blokken waren.
Nu denkt u vast dat als wij ook gewoon geleerd hadden, we niet hadden hoeven moorden om te slagen. Misschien.
De hele school was in rep en roer. In de gangen kon je iedereen erover horen praten. Stan en Eva waren steeds vaker samen. Soms zag ik ze fluisteren op de gang, maar het geroezemoes hield op als ik eraan kwam. Op de vragen die ik stelde kreeg ik geen antwoord. Ik hoefde alleen maar te doen wat Stan en Eva zeiden, toch zei Stan vaak dat ik onmisbaar was. Hij zei het met een brede glimlach en gaf me dan een schouderklopje.
Wij zijn de enigen die geen examen hebben gedaan maar wel geslaagd zijn. Wij zijn eronderuit gekomen. Ik voelde me een koning, maar ik was een koning van wie niemand wist. Vanaf het begin van de vriendschap had ik in Stans schaduw gestaan. Ik was het onderdeurtje, de pispaal. Hij maakte de plannen. Ik heb hem bijgestaan en heb zijn plannen uitgevoerd. Ik ben zijn trouwe kameraad geweest. Maar ik ben geen Herodes. Ik ga niet voor zijn daden opdraaien. Hij was de duivel en zij was het brein. In hun ogen was ik het hulpje. Ik voerde alleen de plannen uit, zij hadden mij niet echt nodig. Alleen als het misging. Als mensen vragen gingen stellen. Als het misging. dan zou ik de schuldige zijn.
Ik had de plannen uitgevoerd. Ik had het bloed aan mijn handen.
Dit keer zou ik niet in de schaduw blijven staan. Stan was dan misschien een duivel, maar ik was de koning.
Ik was de uitvoerder, ik deed het gif in de bekers. Ik koos het slachtoffer.
Het was niet moeilijk om een zelfmoordbrief te schrijven en iedereen te laten weten dat Stan de moorden had gepleegd. Het was niet moeilijk om voor het laatste SE het gif in Stans beker te doen. De beste manier om je prooi te vangen is door hem te laten denken dat hij de jager is.
U vraagt zich vast af waarom ik dit vertel. Het was veel later toen ik achter de waarheid kwam. Een duivel is niks zonder een hel. Een koning heeft een rijk nodig. Het is geen overwinning als je tegenstander niet weet dat hij verliest. Moeders, houd uw kinderen binnen. Hel is hier, voor u staat uw koning.
Over de auteur
Keet Winter (2000) kon toen ze klein was niet slapen zonder een verhaal. Toen haar moeder vond dat ze daar te oud voor was, is ze ze zelf verhalen gaan bedenken en opschrijven. Schrijven is voor haar een uitlaatklep. Met dit verhaal heeft ze haar examenfrustraties van zich afgeschreven, en met succes: in 2018 sleepte ze tijdens de landelijke finale van Kunstbende de tweede prijs in de wacht.
Over de illustrator
Sjoerd van Leeuwen studeerde aan de HKU en werkt inmiddels als conceptueel illustrator. Werk van hem verscheen onder meer bij artikelen in Het Parool, Trouw, De Morgen, NRC Handelsblad, de Volkskrant, Die Zeit, Time en The New York Times. Zie sjoerdvanleeuwen.com.
Lees meer uit de categorie kort verhaal Kunstbende
Kunstbende #2: Sterre Wolthers
Door Sterre WolthersVragen over het Licht Ik kon het klikken van de camera boven nog horen. ‘Foto’s,’ had ze gezegd, foto’s en herinneringen, en dat was het. Misschien was ze bang dat de herinneringen met haar haren zouden verdwijnen, dat de ziekte haar zou veranderen, maar ik denk dat ze voor mij altijd dezelfde zal blijven. Het […]