Het zwarte ei
Door Chris Kok | beeld: Martin HookeIn het holst van de nacht begon het ei te kraken. Teun lag boven in bed, wakker. Het ei lag beneden. De eerste barst klonk als een baksteen door het raam. Soepel voor zijn tachtig jaren sprong Teun uit bed. Hij vloog de kamer uit, stortte zich van de trap en kwam tot stilstand in de deuropening van de keuken. Op de eettafel, in een rieten mandje, badend in het rode licht van een warmtelamp, lag het ei. Pikzwart, glanzend, twee vuisten groot. Over de hele lengte liep een barst. Teuns hart bonsde. Nog even.
Teun was verdwaald tijdens het boodschappen doen en had besloten de weg te vragen in een winkel die, op basis van de etalage, teerde op de verkoop van wierook en boeddhabeeldjes. De zware deur ging open met een vriendelijk belletje en sloot met een doffe klap. Binnen was het doodstil en bloedheet. Elke muur was van vloer tot plafond bedekt met kasten vol dromenvangers, tarotkaarten, bakken vol kristallen. Een explosie van donker hout, glimmend metaal, gekleurd glas, en luxueuze stoffen. Vreemde geuren vochten om de aandacht van zijn neus.
Uit deze overweldigende zintuiglijke brij kroop een lage, doorrookte vrouwenstem. ‘Teun?’ Achter een kleine glazen toonbank, voor een paar zwarte gordijnen, was een vrouw verschenen. Ze was van Teuns leeftijd, had kort spierwit haar, en was gekleed in een simpel gewaad. Wanneer ze bewoog leek het subtiel van kleur te veranderen.
Teun knikte, en dit toverde een brede glimlach op haar gezicht.
‘Hoe…’ begon Teun, maar de vrouw wuifde zijn vraag weg met een knokige hand. Ze sloot haar ogen en draaide lichtjes met haar hoofd, alsof ze een geluid probeerde op te vangen. Teun hoorde in de stilte vaag geritsel, als van kleine dieren in kooien.
Ze opende haar ogen. De glimlach was terug, vermengd met medelijden. ‘Het ei.’ Ze verdween achter de gordijnen. Na wat gestommel en gekraak, en geluid wat van een dier moest zijn, maar geen dier dat Teun herkende, kwam ze terug. In haar handen droeg ze het zwarte ei, gewikkeld in een doek. Ze legde het voorzichtig op de toonbank. ‘Waar is ze aan overleden?’ vroeg ze. ‘Je vrouw? Haar naam ontgaat me.’
‘Valerie,’ zei Teun. Zijn adem stokte in de keel. Hoe lang had hij haar naam niet uitgesproken? Sinds de crematie, maanden geleden, waar hij een kleine schare aanwezigen over haar had verteld. Ze kenden niet veel mensen meer, de meesten waren al dood. Kinderen hadden ze nooit gehad. Valerie had het niet gekund, Teun had het niet gewild. Ze hadden genoeg aan elkaar.
‘Ik wist dat het met een V begon.’
‘Kanker. Keel. Eerst. Maar al snel overal.’
‘Het ging vlug?’
Teun knikte. Hij haalde zijn neus op, pakte een zakdoek en veegde zijn gezicht af.
De vrouw plaatste het ei met doek en al in een doos en zette het deksel erop.
‘Een mandje, gevuld met watten. Een warmtelamp. Teun, het kan even duren. Heb geduld.’ Ze reikte hem het pakket aan. Teun stapte naar voren en accepteerde het. Hij reikte naar zijn portemonnee, maar ze schudde haar hoofd. ‘Het ei is gratis. Ik vraag slechts om voorzichtigheid. Laat niemand anders in de buurt. Je weet waarom.’
Teun verraste zichzelf door te knikken. Hij verliet de winkel en ging op zoek naar een warmtelamp.
Teun had geen idee hoe lang hij in de gang had staan wachten, maar hij had het koud. Hij trok de stekker van de warmtelamp uit het stopcontact, droeg hem naar boven en zette hem op zijn nachtkastje, naast een foto van Valerie. Toen haalde hij het ei van beneden en plaatste het opnieuw onder de lamp. Hij kroop onder de dekens en hield zijn ogen open. Gericht op het ei.
Tien minuten later splitste een tweede breuk zich af van de eerste. Drie minuten later volgde een derde. In de stilte van de slaapkamer klonken ze als bliksemschichten. Het was tijd. Teun ging rechtop zitten en pakte de foto. Wat was ze hier jong. Lang geleden, een ander leven. Maar zo herinnerde hij zich haar. Dit was wie ze altijd was gebleven. Ook toen rimpels haar gezicht verdeelden. Ook toen de ziekte haar uitmergelde. Ook toen hij naast haar wakker werd en haar lichaam was leeggelopen.
Het ei kraakte en de schil viel in scherven uiteen. Het leek leeg, maar was het niet. Met haar foto in zijn handen zakte Teun ineen op bed. En sliep, eindelijk.
Over de auteur
Chris Kok (1983) is beginnend schrijver. Hij woont in Amsterdam met zijn vrouw, twee katten, en hond. De belangrijkste les die hij leerde is: schrijven is schrappen. Dus, tot zover deze biografie.
Over de illustrator
Martin Hooke (1988) is overdag ontwerper bij singulier sokkenmerk Alfredo Gonzales en ’s nachts een veelzijdig geïnteresseerd multimediaal maker. Zo heeft hij al creatieve paden bewandeld als muziekproducent, 3D-ontwerper, graficus, fotograaf en textielontwerper, telkens met de aandachtsspanne van een fruitvlieg. instagram: @aroundthehooke. Zie ook martinhooke.com.
Lees meer van Chris Kok
De Toerist: En hij zag dat het goed was
Door Chris KokIk haast me richting de dranghekken en wurm me naar de voorste rij. Aan de andere kant heeft een explosie plaatsgevonden. Een pand staat in de hens, ledematen liggen verspreid over het asfalt. De zon schijnt. Het is een mooie dag. Ik zie rampen als onvermijdelijk. De mens snakt naar orde, probeert het […]
Lees meer uit de categorie kort verhaal
Als de zee
Door Anouk Bosch‘Ik weet niet of hij op een gegeven moment genoeg kreeg van het gepluk aan zijn haren. Of dat ik iets anders deed wat hem ging tegenstaan. Maar ik weet wel dat het niet lang daarna eb werd. Mijn ezel liep steeds vaker ver voor me uit en deed niet meer de moeite om te wachten.’ Met het fascinerende korte verhaal ‘Als de zee’ debuteert Anouk Bosch bij De Optimist.