De Surrealist: Pygmalion
Door Nick de Weerdt | beeld: Bas van GenugtenHet is het vreemdste verzoek dat de stoffeerder in zijn carrière kreeg. Pygmalion weet hoe grillig de wereld kan zijn. Hij is de beste ambachtsman in het bedrijf waardoor hij de meest exclusieve opdrachten in de wacht sleept. Pygmalion stoffeert designstoelen, autozetels en restaurantinterieurs. Met gemak overtrekt hij sierkussens, schrijfbladen van notarisbureaus en de meest raadselachtige kunstobjecten. Hij werkt met struisvogel-, slangen- en krokodillenleder, maar jagers komen ook aanzetten met zelf geschoten wild. Uiteindelijk kan je elke huid in leder transformeren.
‘Doe je het?’
Pygmalion heeft Hephaistos nog nooit zo opgewonden meegemaakt. Het is een kinderlijk enthousiasme dat aanstekelijk kan werken, als de man in kwestie er niet zo afgrijselijk uit zou zien. Het lichaam van zijn baas is gedrongen met gespierde bovenarmen en borstelige wenkbrauwen. Over zijn wang loopt een vlezig litteken waar niemand de oorsprong van kent. Zijn dasspeld is scheefgezakt.
De vulkanische temperatuur in het kantoor heeft meer weg van een smederij. De hitte maakt Pygmalion misselijk. Zijn gerimpelde voorhoofd wordt klammig.
‘Het is niet niets deze opdracht, Pyg! Ik vertrouw hem alleen aan jouw deskundige vingers toe.’ Van over zijn computerscherm kijkt Hephaistos zijn werknemer glunderend aan. ‘Het zal je een bonus opleveren.’ Haastig draait Hephaistos de stapel papieren naar Pygmalion toe. Het is een uitgebreid contract. Onderaan staat een geheimhoudingsclausule waar Pygmalion moet tekenen. Hephaistos’ verrassend sierlijke handtekening staat er al.
Het gonst al een tijdje in het atelier. Hephaistos loopt sinds een paar dagen rond met een zeldzame grijns op zijn gelaat die voorspelt dat hij een grote opdracht heeft binnengehaald, maar hij zwijgt in alle talen over de bijzonderheden. Regelmatig beent hij opgewonden tussen de hoge rekken van de werkplaats, waarbij hij gedempt in zijn telefoon praat. Zelfs Pheme, de receptioniste en enige vrouw in het bedrijf, krijgt tot haar grote frustratie geen details los. De ingehouden spanning is voelbaar tot tussen de rollen stof. Pygmalion laat de opschudding aan zich voorbijgaan en wacht geduldig af. De stoffeerder heeft genoeg aan zijn werk. Het onomkeerbare geluid van de zware, metalen schaar vervult hem nog elke dag met voldoening.
Hephaistos staat erop om alle onderhandelingen met klanten alleen te voeren. Zelf mist Pygmalion de fijne, sociale vaardigheden die zulke contacten vereisen. Zijn stoffen en werkgerei bemoeilijken zijn leven nooit. Hij houdt van zijn efficiënt geordende werkplaats en het gewicht van de lederen schort die hij elke werkdag om zijn middel knoopt. Al jarenlang koestert Hephaistos zijn werknemer als een goed bewaakte schat.
Zijn hele leven is hij onverschillig gebleven voor de liefde
De baas bestuurt zijn zaak met een duivelse gedrevenheid. Elke restauratie die de stoffeerderij verlaat, heeft hij zorgvuldig nagekeken. Hij zit tot ’s avonds laat over zijn boekhouding gebogen. Er wordt gefluisterd dat hij regelmatig in zijn kantoor overnacht, omdat hij ’s ochtends steevast als eerste op de werkvloer aanwezig is. In zijn onderhandelingen spreekt Hephaistos met overtuiging en kennis van zaken. Bij de moeilijkste klanten assisteert zijn echtgenote. Aphrodite is alles wat Hephaistos niet is: haar armen zijn tenger en broos. Blauwe aders vertakken zich over haar bleke lichaam en wekken de indruk dat ze het altijd koud heeft. Haar gezicht bezit de gratie van een perfecte symmetrie. Waar Hephaistos faalt, slaagt zij. Op de uitzonderlijke momenten dat het geklik van haar hakken weerklinkt, vallen de werkplaatsgeluiden stil. Als ze er niet fysiek is, is ze alsnog aanwezig in de dromen van de ambachtslieden. De afgunstige Pheme fluistert vanaf haar receptionistendesk al jaren dat Aphrodite in een ongelukkig huwelijk zit en weinig kieskeurig is op de selectie van haar bedpartners. Een drietal collega’s beweert het bed of de werktafel met haar gedeeld te hebben. Pygmalion schudt op zulke momenten zijn hoofd: lust is hem quasivreemd. De stoffeerder is nooit getrouwd. Zijn hele leven is hij onverschillig gebleven voor de liefde.
‘Doe je het?’ vraagt zijn baas nog een keer vurig.
Pygmalions blik glijdt bedachtzaam over het contract, terwijl Hephaistos hem ongeduldig aanstaart.
‘Het wordt delicaat. Dat vooropgesteld, maar juist om die reden is het een kolfje naar je hand.’
Het is een groot bedrag en hoewel de stoffeerder weinig nodig heeft, zet hij zijn handtekening naast die van de baas. Een tijdje terug ontdekte hij een Italiaanse, neoklassieke ladekast in een van zijn favoriete antiekwinkels. Het gewelfde eikenhout is hem al die tijd bijgebleven en is nu het eerste waar hij aan denkt. Misschien moet hij zichzelf een extraatje gunnen?
Hephaistos grijnst zijn werknemer breed aan en biedt hem een glaasje likeur aan. Pygmalion wijst het vriendelijk af.
Op maandagochtend arriveert het lijk in het atelier.
Eigenlijk is ‘lijk’ niet het juiste woord, bedenkt Pygmalion terwijl hij de linten rond de doos opensnijdt met zijn scherpste scalpel. Vanaf het moment dat de huid loskomt van het lichaam verandert de benaming. Leder is ontdaan van botten, ingewanden, bloed en zenuwen.
‘Leder. Het is gewoon leder,’ mompelt Pygmalion. Kort daarop neemt hij de bewerkte huid uit de kalkpapieren verpakking. Pygmalion fluit bewonderend tussen zijn gele tanden. De leerlooierij heeft magnifiek werk geleverd: het is één grote lap. De incisie is gemaakt op het sleutelbeen tot net aan de navel. Hij zal zuinig te werk moeten gaan.
Het leder glanst zonder vet aan te voelen. Het geurt niet, nergens bespeurt hij een zweem van sulfaat. De fijnste lichaamshaartjes zijn nog zichtbaar. Het materiaal voelt niet koud aan. Pygmalion hangt het geheel over zijn arm om de souplesse te testen en verbaast zich over het gewicht. Het leder weegt amper meer dan de linnen hemden die hij in de zomer draagt.
Hephaistos heeft de andere stoffeerders verboden om Pygmalion te storen, maar wanneer de kist in de namiddag arriveert, mislukt dat onmiddellijk. Iedereen is gestopt met werken om bij te wonen hoe Pygmalion met een breekijzer het deksel van de houten bekisting afwrikt. Zelfs Pheme heeft haar bureau verlaten. Ze glimlacht minzaam naar de werklui terwijl ze zich een weg naar de eerste rij baant. Vanuit de kist tilt Pygmalion een afgeleefde bidstoel omhoog. Hij schudt met het meubelstuk tot het statisch geladen verpakkingsmateriaal loskomt en naar beneden dwarrelt. De vier poten klinken zwaar wanneer ze de vloer raken. De kerkstoel bestaat uit mahoniehout afgewerkt met kussens van versleten rood fluweel. De stof bovenaan de rugleuning is gescheurd daar waar de ellebogen dienen te steunen. Pygmalion herkent het meubelstuk meteen als Victoriaans. In het vervaagde velours zit een reliëfpatroon van wijnbladeren geweven. De rafelige naden zijn afgewerkt met dubbel afgetopte, bronzen klinknagels. De rugleuning bestaat uit fraai houtsnijwerk van druivenranken. Het hout is geolied door veelvuldige aanrakingen.
‘Een troon voor Dionysos,’ spot een timmerman, waarna Hephaistos geërgerd de samenscholing opbreekt.
‘Grappen doe je maar aan de toog én vooral in je eigen tijd. Tot klokslag vijf uur behoren jullie mij toe,’ gaat hij tekeer, ‘terug aan het werk iedereen.’ Hij klopt Pygmalion ruw op de schouder en samen kijken ze het haastige getrippel van Pheme na. ‘Dit komt goed, Pyg. Ik vertrouw je!’ De baas haalt nog net niet zijn hand door Pygmalions grijze haren. Dan stevent Hephaistos in zichzelf kafferend op een dralend groepje af. Halverwege vertraagt hij en van over zijn schouder roept hij Pygmalion toe. ‘Als je iets nodig hebt, laat je het me weten! Oké?’
De stoffeerder knikt onzeker.
Terug alleen probeert Pygmalion de stoel uit. De veringen kraken kreunend. Onder de armleuning vindt hij een geheim compartiment, waar hij zijn vingers in laat glijden.
’s Avonds weet iedereen in het atelier dat Pygmalion een kerkstoel zal bekleden met mensenhuid en wordt er druk gespeculeerd aan wie de huid toebehoorde. Uiteindelijk heeft Hephaistos er genoeg van en verplicht hij alle werknemers om de rest van de week vakantie te nemen. Het is nog nooit zo stil geweest in het atelier. Zelfs Hephaistos waagt het niet om Pygmalion lastig te vallen. Voor de oude ambachtsman is het een onwerkelijke droom. Die eerste dagen denkt hij nog geregeld aan de Italiaanse ladekast, maar toch vergeet hij telkens om na zijn werkdag langs de antiekzaak te gaan.
Het bekleden van de stoel zal twee dagen in beslag nemen. Pygmalion heeft de tijd om alles secuur te plannen. Terwijl hij alles opmeet en uittekent, warmt het leder op in zijn schoot. Steeds opnieuw verbaast hij zich over het materiaal. De huid verschilt weinig van varkensleder, hoewel het in Pygmalions handen soepeler en lichter is. Aanvankelijk is hij bang dat het zal scheuren, maar de lap is verrassend elastisch. Zacht als boter. De huid heeft de kleur van ivoor. Hier en daar bespeurt hij oneffenheden: vetbolletjes, sproeten en een klein litteken. Juist die enkele onvolmaaktheden maken het leder zo puur. Na de werkdag is het Hephaistos die hem de deur uitjaagt.
‘Moge Morpheus je vanavond tijdig bezoeken! Morgenochtend verwacht ik je weer fris.’
Maar slapen doet Pygmalion nauwelijks. De enkele, vluchtige dromen die hij heeft, laten hem ’s ochtends achter in lakens kleverig van verspild zaad.
Het werk vlot. De kerkstoel is volledig ontmanteld, waarna Pygmalion aan de restauratie begint. Hij verstevigt het houten latwerk, voorziet het van nieuwe, modernere springveren en synthetisch vulsel. De bronzen klinknagels heeft hij allemaal gerecupereerd. De corrosie vijlt hij weg, waarna hij de klinknagels allemaal patineert. Van Hephaistos heeft hij meer tijd gekregen dan hij nodig heeft. Dit stelt hem in staat om het lederwerk op te sparen tot het allerlaatst. Pygmalion weet dat hij van elke steek zal genieten. Als het zo ver is, prikt hij keer op keer de naald door de soepele huid en trekt met behendige rukjes het garen strak. De ambachtsman verliest zich in het ritme. Zachtjes smiespelt hij tegen de huid. De springveren deinen mee met de inspanningen van de stoffeerder. De fijne lichaamshaartjes op het leder beroeren zijn vingertoppen tot hij het in zijn onderbuik gewaarwordt. De klinknagels drukt hij met een tangetje diep in het leder tot de verlossende klik van verankering.
Pygmalion rolt zijn werkbroek op tot boven zijn knieën, zodat zijn scheenbenen het leder van het zitvlak verwarmen terwijl hij geknield de laatste hand legt aan de armleuning. Zweetdruppels vormen zich op zijn schouderbladen. Het puntje van zijn tong maakt voortdurend zijn lippen nat. Als de bidstoel klaar is en hij zijn creatie in ogenschouw neemt, moet Pygmalion huilen. De ouderdom drukt opeens zwaar op hem. Hij vouwt zijn handen en drukt zijn voorhoofd tegen ze aan. De stoel kraakt instemmend. Zijn geslacht knelt tegen de spijlen van het houtsnijwerk. Vanwege zijn gesnik merkt hij de naderende hakken niet op.
‘Wie zich bezighoudt, heeft geen tijd om zijn hart te verliezen’
‘Ben je niet te oud geworden om te bidden, Pygmalion?’ Aphrodites stem galmt door het atelier. ‘Je zou beter moeten weten.’
De stoffeerder schrikt, veegt het snot van zijn gezicht met zijn mouw en scheurt zich los van de stoel.
‘Desondanks is hij goddelijk mooi geworden.’
‘Aphrodite,’ hakkelt Pygmalion. Hij voelt zich door de vrouw van zijn baas betrapt met zijn opgerolde werkbroek en behuilde gezicht. Hij herpakt zich razendsnel. ‘Ik denk niet dat mijn werk ooit nog beter zal kunnen. Ik heb mezelf overtroffen. Wat niet wegneemt dat “mooi” altijd subjectief zal blijven.’
‘Zelfs een kerkstoel is mooi als je Hephaistos gewend bent.’ Ze glimlacht welwillend en draait een paar keer om de stoel. Aphrodites bleke huid vloeit moeiteloos over in het gebroken witte kleed dat tot aan haar enkels golft. De rondingen van haar meisjesachtige borsten schemeren door het kleed. ‘Je hebt inderdaad onaards werk verricht, Pyg. Weet je al wat je met het geld gaat doen?
‘Niets,’ zucht hij. De ladekast is uit zijn geheugen verdwenen.
‘Ik begrijp het.’ Ze aarzelt. ‘Heb je ooit liefde gekend?’ De stilte strekt zich uit.
Pygmalions keel is kurkdroog. Onbewust dwalen zijn vingers terug naar de beklede stoel. ‘Wie zich bezighoudt, heeft geen tijd om zijn hart te verliezen,’ antwoordt hij zacht. Aphrodite grijpt bliksemsnel Pygmalions handen. Ze houdt die in een ijzige klem, waardoor haar trouwring venijnig in zijn vlees snijdt.
‘Wees lief voor jezelf.’ Haar woorden doordrenken de lucht. ‘Dan volgt de rest vanzelf.’ Kippenvel woekert over zijn armen, waar het met het mensenleder versmelt. Ze wacht zijn antwoord niet af, draait zich abrupt om en verdwijnt in het kantoor van haar echtgenoot. Haar vertrek laat Pygmalion verweesd achter.
De spanning heeft de stoffeerder uitgeput. Zijn uitgemergelde lijf snakt naar rust. Zonder het goed te beseffen, knielt hij opnieuw in de kerkstoel. De huid voelt nog steeds warm. Uit het kantoor ontsnappen flarden van een zoveelste echtelijke ruzie. Pygmalion drukt zijn gesloten oogleden tegen het strakgespannen leder. De huid verzet zich weerspannig tegen de zware druk van het hoofd. Pygmalion bidt niet maar prevelt een wens. Zijn lippen zijn gebarsten en zijn wimpers haken in de haartjes. Zo blijft hij geknield zitten tot hij de doffe, zeurende pijn in zijn gewrichten niet meer voelt, de woordenwisseling tussen het echtpaar uitdooft en de geprepareerde huid onder hem zich voor het eerst in een lange, lange tijd ontspant.
Over de auteur
Nick De Weerdt (1989) woont met zijn echtgenoot en hun pleegzoontje in Antwerpen. Hij behaalde een Master Nederlands aan de Universiteit Antwerpen en werkt als leerkracht in het buitengewoon onderwijs. Na het behalen van zijn diploma Fotografie in avondonderwijs stortte hij zich terug op zijn eerste passie: schrijven.
Over de illustrator
Bas van Genugten used to live in Eindhoven, but swapped this for Sydney, Australia. He studied at Grafisch Lyceum Eindhoven (Visualisation) and Art Academy St. Joost in Breda (Animation). His work ranges from illustrations to music videos, and from graphic design to animation, to photography. Just before his global move he released the booklet "I would like to be on the cover of a magazine (I would like to brush my teeth with gasoline)". Also, for a serious stretch of time he toured the world as part of the underground VJ-duo Schwarzweide. In 2022, Bas joined his buddy Joep in launching a record label with the (random) name Wilbur & Moore Records. Check out basvangenugten.nl.
Lees meer van Nick de Weerdt
Veters strikken
Door Nick de WeerdtHet is verrassend hoe vaak je dezelfde mensen tegenkomt. Je hoeft alleen maar te kijken. Uiteindelijk volgt iedereen dezelfde patronen. Verbonden soortgenoten in hetzelfde ritueel. Je raakt met hen vertrouwd. Mist hen, als ze er niet zijn. (– Dagboeknotities) Ik heb de vrouw geen enkele keer in het water gezien, toch waren haar haren […]
Lees meer uit de categorie De Surrealist kort verhaal themamaand
De Toerist: Schuimkoppen
Door Julia de DreuEen man met een baard, donker haar, veel haar, borsthaar, beenhaar, een paar verdwaalde rugharen, maakt driftige armgebaren tijdens het bellen. Zijn vrouw, topless, gifgroene bikinibroek, spreidt haar handdoek en daalt neer. Een kind gilt. Een man met een witte rug en rode nek, een tatoeage van een doodshoofd op de kuit, bodyboard onder de […]