Corium
Door Nelson Morus | beeld: Ilse Groot NuelendNienke en Arvind zitten aan de eettafel in het vakantiehuisje dat Gerrit nog niet zo lang geleden heeft gekocht om zijn echtscheiding te vieren. Buiten staat het laatste licht met tegenzin haar plaats af aan de voorzichtig vallende duisternis. De knotwilgen kleuren felgroen in het schijnsel van de tuinlampen. Lena, de nieuwe vriendin van Gerrit, schenkt de glazen bij met witte wijn. Ze heeft tiramisu gemaakt met speculoos in plaats van vingerkoekjes. Iedereen lepelt in stilte. Op de achtergrond zingt Robert Smith: ‘Thursday never looking back, it’s Friday I’m in love.’ Gerrit heeft de muziek gekozen. Hij is een melancholische vent, dat geeft hem karakter. Nienke kent hem nu al zo lang dat ze niet meer weet of hij oorspronkelijk bevriend was met Arvind of met haar. Jawel, hij was oorspronkelijk bevriend met Arvind. Ze is op een leeftijd gekomen waarop deze details er opnieuw toe doen. Als Arvind zou besluiten om ook de kaart van de midlifecrisis te trekken, zou ze Gerrit waarschijnlijk nooit meer zien. Dat zou jammer zijn. De menopauze bestaat, ze scheurt door je lijf en je leven, het is de kosmos die op bezoek komt om je te vertellen dat je niet meer meedoet. De midlifecrisis is een verzinsel van jaloerse mannen die ook iets willen om over te janken.
Ze ruimen de tafel af. Arvind maakt Irish Coffee in het keukentje. Lena zet een tangonummer op en joelt: ‘Nu dansen, ouwe zakken!’ Arvind roept: ‘Hola, juffrouw!’ Gerrit zegt: ‘These hips don’t lie, baby!’ en duwt een zetel opzij om een dansvloer te creëren. Nienke staat recht van tafel en laat een binnensmonds boertje.
Lena is hun leven binnengekomen op een woensdagavond, sinds jarenlang de vaste avond van de tangokliek. Opeens danste iedereen met ietsje meer bravoure. Lena is het soort vrouw door wie je wil worden gezien. Haar lach is sprankelender en haar observaties scherper dan die van Nienkes andere vriendinnen. Het is alsof het leven haar deugd doet. Het klikte meteen tussen Lena en Gerrit.
Enkele nummers later danst Nienke met Lena. Nienke leidt de dans, zoals gewoonlijk als ze met een andere vrouw danst. De sleutelbeenderen van Lena glanzen in het licht van de staande lamp. Haar rug is pezig en sterk, haar bloesje warm en vochtig, haar voet streelt Nienkes kuit. Nienke verliest haar evenwicht. Ze glijdt onderuit en Lena belandt giechelend bovenop haar. De mannen, die ook met elkaar aan het dansen waren, laten elkaar los en lachen om de valpartij. Lena brengt haar gezicht dichter bij dat van Nienke en fluistert in haar oor: ‘Laten we gaan skinnydippen.’ Voor Nienke iets kan terugzeggen, draait Lena zich om en roept ze: ‘Jongens, hebben jullie een adamskostuum meegebracht?’
~
Coach kon elk moment aanbellen om Nienke mee te nemen naar zee. Ze zat op haar kamer en probeerde snel nog iets voor school gedaan te krijgen. Het had geen zin, de achterstand die ze had opgelopen bij wiskunde was zo groot dat ze niet meer snapte waar het over ging. Het boek vroeg naar de integraal van een functie, Nienke vroeg zich af wat de functie van integralen was. Haar hele jeugd had ze geïnvesteerd in haar zwemcarrière. Op haar vijfde al ging ze elke ochtend baantjes trekken met haar vader in het gemeentelijk zwembad. Destijds wilde ze een zeemeermin worden, tegenwoordig dacht ze alleen nog maar aan winnen.
De plek die coach had uitgekozen was ergens in Noord-Frankrijk en tamelijk afgelegen.
Vorige week had Coach lang met haar ouders gesproken. Hij had hen verteld dat ze Europees kampioen zou worden. Met concentratie, discipline en Coach als gids, lag zelfs de Olympische droom binnen handbereik. Mama huilde van geluk en papa blonk van trots. Tommy, haar oudere broer, loeide: ‘Haaaw, haaw!’ en bewoog wild met zijn heupen, wat zijn manier was om zijn enthousiasme te uiten. Nienke voelde zich warm vanbinnen. Ze zou alles doen om op een Olympisch podium te mogen staan.
In de auto legde Coach een hand op haar been. ‘Ik weet een rustig plekje,’ zei hij. ‘Daar gaan we goed kunnen werken. We gaan je grenzen aftasten.’ Haar been vormde een fijn laagje transpiratie op de plaats waar de hand lag.
De plek die Coach had uitgekozen was ergens in Noord-Frankrijk en tamelijk afgelegen. Het weer was warm en wisselvallig. Het schuim op het strand spiegelde zich aan de wolken, die in ongedefinieerde slierten in de lucht hingen. Training in zee vormde een vast onderdeel van het programma dat Coach had opgesteld om jonge zwemsters voor te bereiden op belangrijke wedstrijden.
Na een halfuur werken op de catchfase van haar vlinderslag, riep Coach dat het tijd was voor een pauze. Terwijl Nienke uit het water kwam en de kwallen ontweek die her en der op het strand lagen, nam Coach foto’s van haar met een professioneel ogend toestel.
‘Neemt u foto’s?’ vroeg ze toen ze voor hem stond.
‘Dat zie je toch.’
‘Maar… Waarom juist?’
‘Meisje toch,’ zei Coach. ‘Je moet je fans ook iets geven. Je mag jezelf niet oppotten, dat is egoïstisch. Vreugde is er om te delen. We gaan een grote ster van jou maken. Binnen een paar maanden kent iedereen in Europa je naam.’
Nienke zette zich neer in het zand. Coach gaf haar een proteïnereep. In de lucht boven de branding waren een paar meeuwen aan het rellen over een halve vis.
‘Het volgende onderdeel van het programma ga je leuk vinden,’ zei Coach. ‘Vijftig meter crawl. Naakt.’
Nienke hield op met kauwen, haar maag kromp samen. Ze slikte moeizaam een hap door. ‘Naakt?’
‘Je gaat versteld staan van het hydrodynamische voordeel,’ zei hij. ‘Vraag maar aan Femke of Christine.’
‘Hebben zij ook…?’
‘Natuurlijk,’ zei Coach op geruststellende toon. ‘Dit is een belangrijk onderdeel. Een must als je niet wilt afgaan op het Europees kampioenschap.’
Nienke staarde naar een punt in de verte en dacht aan integralen, het ontelbaar aantal schubben op de staart van een zeemeermin. De lauwe zeebries gaf haar kippenvel. Om tijd te rekken, wurgde ze langzaam de rest van de reep door haar strot.
‘Doe je badpak maar uit,’ zei Coach na haar laatste hap. ‘Je badmuts mag je aanhouden.’
Nienke schudde haar hoofd. ‘Dat doe ik liever niet.’ Ze hoorde zichzelf en besloot dat het resoluter moest. ‘Dat doe ik niet.’
Coach probeerde haar gerust te stellen, hij legde het belang van naaktzwemmen uit, hij gebruikte technische termen en vage begrippen. Het was allemaal lulkoek. Nienke was zeventien, ze wist van deze dingen.
‘Ik denk dat ik mijn badpak toch maar aanhoud,’ zei ze.
‘Meisje toch,’ mompelde Coach, en liet het daarbij.
Nienke voelde de vertrouwensbreuk binnenin haar borstkas. Ergens tussen haar maag en haar hart bleek een klein vaatje te zitten dat was gevuld met een bijtende vloeistof. Coach had zonet een scheur gekapt in dat vaatje. Nienke voelde de vloeistof lekken, ze voelde hoe haar ingewanden werden aangetast.
~
Het is na middernacht. Nienke zit alleen op het strand, haar blote voeten op het koude zand. Aan haar linkerkant staan haar hakschoenen, rechts van haar liggen drie hoopjes kleren. De kleren van Arvind zijn netter opgevouwen dan die van Gerrit en Lena, waarschijnlijk als excuus om te treuzelen zodat hij naar de billen van Lena kon staren terwijl ze het water inliep. Het wateroppervlak glinstert in het maanlicht. Het drietal gilt en spettert als kleuters in het initiatiebad, een cluster mensenkinderen in de schoot van de Noordzee. Gerrit wuift naar haar. Hij heeft een mooie glimlach. Arvind wuift ook. Hij ziet er schuldbewust uit, maar misschien is dat haar projectie. Nienke wuift terug.
Het heeft niets met preutsheid te maken dat ze hier nog zit, volledig gekleed op het strand. Ze is te oud om preuts te zijn. Het is het gevoel waarmee ze zit dat haar verankert aan het strand, het gevoel een vreemd lichaam te zijn dat door zijn gastheer wordt verworpen. Ze laaft zich niet langer aan het leven, het leven laaft zich nu aan haar. Ze wordt langzaam opgeslurpt, als cola door een rietje, en geen mens die het ziet.
Ze kijkt naar het stroeve spel van haar vrienden in het water, de ongemakkelijke lichamelijkheid, de gemiste kansen die worden weggemoffeld tussen de golven.
Ze denkt terug aan haar jeugd. Terwijl de radioactieve wolk van Tsjernobyl langzaam opschoof naar het westen, beleefde ze op een Noord-Frans strand haar eigen private Pripyat. Het was de eerste maar lang niet de laatste keer dat ze werd geconfronteerd met de vernielzucht die in alle mannen huist, de agressie en de lust, die verschillende uitingen zijn van dezelfde aandrift. Ze zijn allemaal in hetzelfde bedje ziek, maar de meesten slagen erin de symptomen te onderdrukken. Na haar verlies in de finale van het Europees kampioenschap van 1986 zijn de wegen van Nienke en Coach definitief uit elkaar gegaan. Als hij nog leeft, zal het op een seniele en incontinente manier zijn, en daar heeft Nienke vrede mee.
Ze kijkt naar het stroeve spel van haar vrienden in het water, de ongemakkelijke lichamelijkheid, de gemiste kansen die worden weggemoffeld tussen de golven. Lena wenkt haar vanuit het water op de traditionele tangomanier, met oogcontact en een hoofdknik – mirada e cabeceo. Voor niet-ingewijden is de uitnodiging niet te onderscheiden van een begroeting. Een moment later draait Lena zich om en begint ze te zwemmen in de richting van de open zee. Nienke springt recht en roept haar naam, maar Lena lijkt het niet te horen. Er staat een westenwind, de onderstroom kan verraderlijk zijn. De natte haren van Lena beginnen langzaam scherpte te verliezen, haar achterhoofd schuift als een dode pixel over het beeldscherm van de zee. Nienke trekt haastig haar kleren uit en loopt de branding in, Lena achterna.
Over de auteur
Nelson Morus (1988) is achtereenvolgens vuilnisman, jazzdrummer en advocaat geweest. Momenteel werkt hij aan een roman over boventonen en kunstsneeuw. Hij heeft muziek en rechten gestudeerd. Nelson won de verhalenwedstrijd van het International Literary Festival Utrecht in de categorie proza en Babylons Interuniversitaire Literaire Prijs in de Engelstalige categorie. Zijn verhalen werden onder meer gepubliceerd in De Gids, DW B en Deus Ex Machina en op de websites van Tijdschrift Landauer en Tijdschrift TEEF.
Over de illustrator
Ilse Groot Nuelend (1998) vertelt verhalen in woord, audio en beeld. Ze verzamelt inspiratie uit haar omgeving en ervaringen, trekt deze uit elkaar en plaatst ze weer in nieuwe fictieve werelden. Zie Ilses Instagram.
Lees meer uit de categorie kort verhaal
De straatlantaarn
Door Harm HavermanHij woonde op de tweede verdieping en een halve vierde. Zijn slaapkamer was op die vierde. De trap daar naartoe was de langste die ik ooit had gezien. Twee etages recht omhoog. Ik vroeg hem of hij me naar boven ging dragen. Hier moest hij om lachen. Ik had nog nooit een woning gezien die […]