Schepper der verwarring Nelle Boer manipuleert met kunst
Door Famke van MontfoortHij staat me bij de bushalte op te wachten. Met een petje op zijn hoofd en oude sneakers aan de voeten. Hij rolt een sjekkie. De kleur van zijn kleding is niet erg uitgesproken. Onderweg naar zijn atelier frommelt hij aan het vloeitje, en dan valt me op: hij heeft rusteloze handen. Al tijdens de wandeling wil hij graag iets verduidelijken. ‘Ik spreek mezelf vaak tegen, of zo lijkt dat althans, in interviews.’
Nelle Boer is een kunstenaar die relatief veel media-aandacht genereert, zonder zijn eigen gezicht te laten zien. Door online personages te creëren speelt hij met thema’s als waarheid, identiteit en de macht van media. Daarmee lokt hij heftige reacties uit. Op het moment werkt hij aan een nieuw project en het is dus mogelijk dat hij mij, en u als lezer wellicht, nu weer in de maling neemt.
Het oude schoolgebouw waar Boer anti-kraak een ruimte huurt, ruikt naar school en vroeger. De geur van linoleum, graniet en vooral het handenarbeidlokaal: boetseerklei, acrylverf en gips. Er staan veelkleurige, glazen verfpotten, kunstwerken, en een oude kinderwagen. Ook zijn er sculpturen van pur en ingelijste krantenartikelen, met prijskaartje: vijfduizend euro (niet verkocht). ‘Ik heb opgeruimd, toevallig kwam de huisbaas net langs. Die vond het niet netjes genoeg. Maar het is toch een atelier?’
Het petje gaat af, nerveus roert hij suiker door zijn koffie. De Zwollenaar schept werk dat het best omschreven kan worden als verwarrend. Met zijn alter ego’s maakt hij mensen boos, gaat hij de discussie keer op keer aan en daarmee staat hij in de spotlights. Het spelen met zijn personages omschrijft hij als kunst an sich, zijn werk neemt een vorm aan die misschien het dichtst in de buurt komt van een performance of van interactieve kunst. Zijn bekendste personage was de in 2014 debuterende ‘media-Marokkaan’ Nizar Mourabit. Deze zogenaamde politicoloog publiceerde destijds regelmatig opiniestukken in verschillende media en was de officieuze woordvoerder van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. ‘Ik noem mezelf leugenaar. Maar daar bedoel ik het manipuleren mee. Kunst is natuurlijk nooit een verslag van de werkelijkheid, het is altijd de werkelijkheid die de kunstenaar naar zijn hand zet. Vandaar “professioneel leugenaar”.’
Nelle Boer voldoet aan het clichématige beeld van de verwarde kunstenaar, balancerend op een dunne scheidslijn tussen briljant en wereldvreemd. We zitten in de geïmproviseerde zithoek van zijn atelier, twee stoelen en een tafeltje. ‘Sorry dat ik niets bij de koffie heb. Oh ja, jij hebt thee.’ Hij praat binnensmonds en met een licht Overijssels accent. Boer studeerde Autonome Beeldende Kunst aan kunstacademie ArtEZ. Hij bewondert het werk van Beuys en Kafka: twee iconen van engagement, samenleving en identiteit. Hij prefereert de afgezonderde rust van Zwolle boven de hectiek van de Randstad, ook al betekent dit dat er weinig musea en kunstenaarscollega’s in de buurt zijn en hij vanaf een zijlijn meekijkt.
In het artikel Double Life: Illusion – Dissillusion schreef hij: ‘The double lives I live are a lot more interesting than real-life.’ Op de vraag of hij zichzelf saai vindt, antwoordt hij: ‘Ja, dat ben ik denk ik wel. Ik hou niet van spannende dingen en leef teruggetrokken. Voor mijn gevoel neem ik niet echt deel aan de samenleving. Ik ben van nature iemand die zich snel aanpast, niet heel kleurrijk. Dat aanpassen helpt wel bij het aannemen van een personage. Ik heb altijd al het gevoel gehad nergens bij te horen. Daardoor blijf ik met een afstand naar dingen kijken. Ik vind het interessant als kunstenaars niet simpelweg ageren, maar zich onderdeel maken van een club en van binnenuit, op een onverwacht moment, opeens een tik uitdelen. Ik denk ook dat in deze tijd keihard ageren misschien niet eens meer werkt. Oh, nu begin ik mezelf misschien al tegen te spreken…’ Hij krabt in zijn nek en begint weer te klingelen met zijn koffielepel.
Buitenstaander willen zijn maar je toch mengen, en daarmee reacties uitlokken. Ik vraag Boer of hij liever uitgekost word, dan omarmd. Later vertelt hij me wat hij er van vond toen hij voor het eerst een lovende recensie ontving. ‘Daar ben ik toch minder blij mee. Ik wil graag een heftige reactie, liever een felle discussie dan zoiets.’
Achter hem hangt een portret dat is geschilderd door alter ego Christian Brod. Boer vertelt dat zijn diploma van de kunstacademie verkocht is, ook deze daad was een kunstwerk. Wel heeft hij het manifest van een imaginair kunstenaarscollectief in zijn atelier staan. Op de foto van de ultrapopart-groep staat hij vijfmaal zelf, herkenbaar en overduidelijk gephotoshopt. Desondanks beseft niet iedereen dat er steeds dezelfde persoon staat afgebeeld. Hiernaar wijzend zegt hij: ‘Het lijkt wel of mensen het niet willen zien, alsof ze er niet op ingesteld zijn.’ Boer speelt met rollen en identiteiten, ogenschijnlijk alsof het niets is. Al op de academie liet hij een ander geluid horen en zonderde hij zich af, wat niet gewaardeerd werd door medestudenten. Hij hoorde er niet bij en werd een buitenbeentje.
Hij heeft veel personages gespeeld. Dit doet hij voornamelijk vanuit zijn studio, door het schrijven van artikelen, het maken van schilderijen en het vervalsen van bewijs dat hiervan de echtheid zou verifiëren, zoals uitgebreide profielen of certificaten en documenten van experts en kunstkenners. Zo trok hij enige aandacht met zijn eerste personage Conrad Boy in 2009, een fictieve schilder die in de jaren vijftig David Hockney zou hebben beïnvloed. Er volgden meer personages. De vele maskers illustreren het voordeel van een outsider: gemakkelijker een wisselende rol aan kunnen nemen. Ik vraag hem of hij door andermans identiteit aan te nemen het gevoel heeft wél ergens bij te horen. ‘Ja, dan wel. Bij het project Mourabit was ik even iemand die met dezelfde vervelendheden werd bejegend als Marokkanen, maar door die groep zelf werd ik juist omhelsd. Dan voelde ik me eigenlijk meer een echt mens dan mezelf. Dat maakt het moeilijk om afscheid te nemen van een persoon. Na Mourabit is het weer stil geworden. Nu vindt niemand mijn mening nog belangrijk, maar “toen ik nog voor de Volkskrant schreef…”,’ lacht hij schamper.
Boer schreef een klein jaar voor verschillende online en offline media, allemaal onder het pseudoniem van Mourabit. Op 21 oktober 2014 onthult hij zijn ware identiteit in een interview met de Correspondent. ‘Toen heb ik een vergissing gemaakt. Ik had de laatste punt van de Volkskrant-column nog niet geschreven toen ik naar de Correspondent stapte met de mededeling: “Nu ben ik klaar, dit is wat ik heb gedaan.” Daar had ik eigenlijk mee moeten wachten, om dingen voor mezelf op een rij te zetten. Ik moest afscheid nemen van die figuur. Ik heb me een jaar lang in die rol ingeleefd. Natuurlijk heb ik hem zelf verzonnen, maar toch moest ik ontwennen. Daar heb ik geen tijd voor genomen en de reacties heb ik me daardoor meer aangetrokken.’
Door de rollen die hij speelt is zijn identiteit maakbaar, haast fluïde. Hiervan bewust, creëert hij gemaskerd interactie met mensen van groepen waartoe hij niet behoort. Maar de consequenties hiervan zijn voor hemzelf niet zonder risico’s; het is niet makkelijk steeds weer op te gaan in een ander, zelfs al is die imaginair. ‘Ik probeer Nelle Boer helemaal te vergeten. In een rol denk ik niet meer na over wie ik zelf ben. Dat is wel riskant, dan raak je soms de grens van je eigen persoonlijkheid. En tegelijkertijd brengt dat de tofste dingen naar boven, hierdoor kwam Mourabit erg geloofwaardig over en overtuigde hij mensen van zijn echtheid. Tsja… ik zat met één been in die ene persoon en met het andere in mezelf.’ Hij raakte zichzelf kwijt tijdens dit laatste project. ‘Als ik dingen teruglees denk ik: “Heb ik dat geschreven?” Dat is echt bizar. Dat heeft ook wel te maken met sociale media: de inbox van Mourabit was altijd veel interessanter dan die van mijzelf. Dan wordt het helemaal lastig om het te scheiden.’
Niet alleen voor de kunstenaar is het verzonnen personage problematisch. Naast de lovende recensies zijn er boze en onthutste mensen, die massaal reageerden. Ze voelden zich gefopt, noemden het geen kunst maar kul, Boer een aandachtstrekker, sneu en crimineel en zijn actie ongeoorloofd. En dat zijn alleen nog de artikelen, opiniestukken en columns. Mensen die op internet anoniem een reactie achterlaten gaan nog veel verder. In een tijd waarin het online toch al niet duidelijk is wie er achter een account zit, blijkt het extra pijnlijk wanneer identiteitssimulatie aan de kaak gesteld wordt. Het is uiterst makkelijk gebleken om als Marokkaan met een genuanceerde opinie een podium te vinden. Dat journalisten en redacties niet grondiger onderzoek hebben gedaan naar hun bron maar de stukken simpelweg hebben geplaatst vinden veel mensen dan ook schokkend.
Wat Boer met zijn acties wil bereiken is niet zonneklaar. ‘Ik lieg om te laten zien dat iets anders kan, bijvoorbeeld hoe Marokkanen in de media gepresenteerd worden. Op die manier laat je toch verrassende dingen zien, zoals Marokkanen die het label ‘Marokkaan met een Nederlands paspoort’ prefereren boven ‘Nederlander’. Dat zo laten zien kan alleen van binnenuit. Ik geloof niet dat er andere kunstenaars zijn die zichzelf zo profileren.’ Ik opper dat hij hiervoor ook een politiek statement kan maken, of kan actievoeren. ‘Nou, ik hou er zelf totaal niet van om in de schijnwerpers te staan. Misschien dat ik daarom ook wel de alter ego’s naar voren schuif, dan kunnen zij de reacties opvangen. Wat ik dan doe gaat niet zozeer over mij. Uiteindelijk wil ik dat men kijkt naar en het heeft over wát ik laat zien. In kunst gaat het over mensen meenemen in je verhaal. Dus daarom heb ik misschien specifiek voor deze vorm gekozen. Vragen als “is dit kunst?” of “waarom is dit kunst?” – als die aan een kunstenaar gesteld worden gaat het eigenlijk altijd mis.’ En dan: ‘Daar moet ik nog maar eens goed over nadenken.’
Als buitenstaander staat hij in een geschikte positie om uit te dagen. Alleen zij die afwijken kunnen je dwingen opnieuw te kijken. ‘Dingen die mensen klakkeloos aannemen en geloven, terwijl men ze niet zeker kan weten – daarmee moeten we oppassen. En ik vind dat ook de media onderwerpen behandelen waarbij dat nogal tricky is. De media drukken al snel ergens een stempel op, maar je moet je afvragen of hun duiding wel klopt.’
Boer vindt het vervelend als anderen niet de waarheid vertellen. ‘Ik zie bijvoorbeeld kunstenaars die uit hun nek kletsen, die kunst presenteren alsof het van hen is terwijl dat niet zo is. Dan heb ik heel erg de behoefte om daarop te wijzen, om te zeggen tegen mensen dat iemand liegt. Terwijl ik dat zelf natuurlijk ook doe. Maar ik vind daar wel een verschil in zitten: ik heb een duidelijk doel van tevoren. Én ik ben uiteindelijk heel eerlijk over het feit dat ik gelogen heb. Ik probeer altijd alle feiten op een rij te zetten en die allemaal te vergelijken. Uiteindelijk zou ik natuurlijk iedereen die liegt moeten omarmen, maar dat lukt nog niet.’
Nelle Boers kunstenaarschap is er een van schuren, zijn verwoording hiervan er een van, inderdaad, contradicties. ‘In kunst gaat het om verwondering, daar ben ik in eerste instantie mee bezig, maar uiteindelijk prik ik het door. Dus ik heb twee verschillende rollen: een van iets neerzetten en een van dat deconstrueren. Ik zit ook een beetje hardop na te denken natuurlijk… Die eerste rol is een andere dan de tweede. Slaat dat ergens op? Nou ja, volgens mij wel.’ Wéér geklingel, is die koffie nu nog niet op?
Ik wil foto’s maken en pak mijn camera uit mijn tas. ‘Goed, maar liever niet van mij.’ Ik weet hem toch te overtuigen, maar het gaat niet van harte. ‘Ik kan je ook wel foto’s sturen hoor,’ verzekert hij me meerdere malen. Hier in Boers atelier, omringd door werken van zijn hand, boeken en authenticiteitscertificaten is het me niet meer duidelijk wie ik voor me heb. Speelt hij de rol van kunstenaar? Er rest mij enkel nog de vraag of hij veel gelogen heeft vandaag. ‘Nee, ik maak onderscheid tussen het werk dat ik maak als kunstenaar en het praten óver mijn kunst. Ik merk wel dat mensen twijfelen aan wat ik zeg, maar ik heb er niet zo veel belang bij om over mijn eigen kunst dingen te zeggen die niet waar zijn. Ik ben in het dagelijks leven, als mezelf, eigenlijk het tegenovergestelde en misschien té eerlijk. Dan vraag ik me achteraf af: had ik dat nu wel moeten zeggen?’
Over de auteur
Famke van Montfoort (Amsterdam) studeerde vele dingen, waaronder favoriet Culturele Antropologie. Handig, want ze is nieuwsgierig en houdt van onderzoeken, interviewen en schrijven. De wereld van kunst fascineert haar mateloos, ze wordt meer en meer een theesnob, en poogt al jaren heel hard zen te worden. Oh, en iets met microbiggen.
Lees meer uit de categorie interview
Anne Giesen: zolderkamerschrijver en ontdekkingsreiziger
Door Elske Jacobs‘Schrijven doe ik op gestolen momenten. Wanneer ik sta te koken of op de fiets zit, bedenk ik plotten, personages en mooie zinnen. Die schrijf ik op de achterkant van boodschappenlijstjes of typ ik uit tijdens onbelangrijke colleges.’ Anne Giesen is student Algemene Cultuurwetenschappen en fanatiek deelnemer aan schrijfwedstrijden. Ze mag zich winnaar noemen van Write Now! 2018, […]