Amsterdam mist mij niet – Martien van Agtmaal
Door Michelle van der Kind | beeld: Jeswin ThomasWe zitten tussen de stapels met boeken in zijn huiskamer en drinken filterkoffie. Martien van Agtmaal (1976) debuteert bij Van Oorschot met Het objectief. De boekpresentatie vond plaats onder een brug in Amsterdam. Voor De Optimist vroeg ik Van Agtmaal naar de obstakels tijdens het schrijfproces, naar de rol van tijd in zijn boek en naar ‘zijn’ stad.
De boekpresentatie vond plaats op een bijzondere plek: onder de Kortjewantsbrug. Waarom heb je die plek gekozen? ‘Ik ben daar in 2006 naar een dansvoorstelling geweest in het kader van Amsterdam Underground. Het is een aparte locatie: midden in de stad, maar je kunt niet verder weg zijn van het centrum dan daar. Op deze locatie komt in het boek veel samen.’
Waar gaat je debuut over? ‘Het gaat over een groep vrienden, die op weg zijn naar een heel groot feest in de stad, dat altijd plaatsvindt op de laatste nacht van februari. Die nacht daalt de temperatuur opeens spectaculair en de vriendschap binnen de groep wordt zwaar op de proef gesteld.’
De stad speelt in je boek een belangrijke rol. ‘Ik wilde laten zien hoe zo’n groot feest random kan ontstaan: de laatste dag van februari gebruiken als excuus om een nacht door te halen – dat vind ik typisch iets grootstedelijks. De vriendengroep beweegt in het verhaal door míjn stad, een alternatieve versie van Amsterdam.’
Wat betekent de stad voor jou? ‘Mijn eerste contact met de grote stad was toen ik met mijn ouders naar Parijs ging. Die stad sprak ontzettend tot de verbeelding, dat was een totaal andere wereld. Parijs heeft iets verleidelijks en is tegelijkertijd zo toegankelijk en genietbaar. Ik had dat totaal niet met Antwerpen of Rotterdam. Misschien komt dat doordat Parijs meer een bedachte stad is.’
En het Amsterdam uit je boek? Dat is ook een bedachte stad. ‘Voor mij voelt het echte Amsterdam onpersoonlijker dan Parijs. Amsterdam mist mij niet. Ik heb Amsterdam verbouwd in mijn roman, om de stad persoonlijker te maken. Stukken stad waarmee ik veel connectie voelde, heb ik in het verhaal gehouden, maar bijvoorbeeld de Pontsteiger heb ik er heel nadrukkelijk, voor mijn gevoel schreeuwend uit weggelaten. Op een gegeven moment staat het personage Alexia op een plek vlak bij die Pontsteiger, maar ze ziet het gebouw niet.’
‘Klopte zijn hart sneller dan normaal? Ja, allicht, hij was steeds sneller gaan fietsen, dat ging kennelijk vanzelf op zo’n dag als vandaag. Het kon geen toeval zijn dat fietsers die hij inhaalde uit zichzelf al op de uiterste rechterkant van het fietspad reden. Men stak op tijd zijn hand uit, ruim voordat er afgeslagen werd. Auto’s stopten voor rood, zelfs taxi’s. En hoorde hij het goed, draaiden ze bij het theatercafé dat hij zojuist passeerde donkere, melancholische jazz in plaats van de gebruikelijke skihutmuziek?’
Je personages zijn onderweg. Ze bewegen door de stad. ‘Als je in Amsterdam van de ene naar de andere plek fietst, kun je je zo vergissen in de tijd! Sommige afstanden voelen aan als tien minuten en sommige alsof je de halve dag onderweg bent. Tijdservaring speelt een rol in mijn boek: hoe een mens grip op de tijd zoekt, vind ik een interessant probleem.’
Je hebt zeven jaar aan dit boek gewerkt. Hoe komt het dat het zo lang duurde? ‘Ik wist al vrij snel dat ik over tijd wilde schrijven en ik dacht: dat kan niet in een boek van 180 bladzijden. Dus ik heb flink de ruimte genomen om materiaal te verzamelen. Ik verzamelde zoveel dat ik twee jaar geleden besloot dat er een derde weer uit kon. Het werd té veel, té complex. Dat was een goede beslissing. De vaart kwam in het verhaal terug. Ook merkte ik dat ik mijn personages beter wilde leren kennen. Dat kon maar op één manier: door ontstellend veel over ze te gaan schrijven.’
Het objectief gaat ook over vriendschap. Over een zoektocht. Hoe ontstond het idee voor dit boek? ‘Dat ontstond op een expositie van de Zuid-Afrikaanse animatiekunstenaar William Kentridge in Eye. Ik zag daar een kunstwerk in de vorm van een silhouet dat me fascineerde. Het stelde een optocht voor. Ik was toen al bezig met het boek, ik noteerde losse ideeën, schetsen. Het had nog geen vorm. Ik zag dát kunstwerk en kreeg een bizarre ervaring: de optocht leek gruwelijk en feestelijk tegelijk. Het raakte aan het hele leven: aan feest en dood, aan liefde aan vriendschap, aan marteling en genot.’
Welk boek lees je op dit moment? ‘Ik heb net De beesten uit, van Gijs Wilbrink. En o ja: Septologie van Jon Fosse. Dat is zo’n goed boek! Het lijkt haast een masterclass experimenteel schrijven: er staan geen leestekens in, twee personages hebben dezelfde naam en zijn allebei kunstschilder. Dat klinkt verschrikkelijk, te experimenteel ook, maar er zit een enorme vaart in het verhaal.’
Wat adviseer je schrijvers die bezig zijn met hun eerste boek? ‘Meelezers regelen. Ga naar boekpresentaties en probeer daar een redacteur geïnteresseerd te krijgen in jouw project. En wat de inhoud betreft, zou ik zeggen: wees extreem.’
Illustrator, redacteur, schrijver. Wat kunnen we nog van je verwachten? Acteur? De slimste mens? ‘Wat, acteur? Televisie? Nee. Ik ben bezig met een essay over Comte de Lautréamont en ik volg in de weekenden een workshop over schrijven over klank.’
Martien van Agtmaal – Het objectief. Van Oorschot, Amsterdam. 336 blz. €24,50
Lees hier een fragment uit het boek!
Over de auteur
Michelle van der Kind is de schrijver van Sea, seks en witlof (2021). Ook publiceerde zij verhalen in De Gids en op de literaire website Hard//Hoofd. Ze is werkzaam als redacteur voor De optimist. Op dit moment verzamelt zij personages voor een nieuwe verhalenbundel.
Over de illustrator
Jeswin Thomas is a Houston based photographer. jeswinthomas.com.
Lees meer van Michelle van der Kind
Rookworst op de grond
Door Michelle van der Kind‘Er ligt een rookworst op de grond, Christophe. Dát zei ik net.’ Moniek draait zich om naar het raam. Wanneer hebben we voor het laatst rookworst gegeten? Ik laat mijn ogen door de kamer gaan, zoek over de grond, onder de eettafel, bij de piano, onder de kast. Onderweg kom ik de foto van […]
Lees meer uit de categorie interview
Negen werelden
Door Martien BosMenno Wittebrood is een 46-jarige illustrator en storyboarder, geboren in Bergen (NH) en via Amsterdam, waar hij de Hogeschool van Amsterdam bezocht, in Edam beland. Kun je vertellen hoe deze tekeningen ontstaan zijn? Dit zijn de tekeningen die ik maak naast mijn commerciële werk, storyboards voor films en commercials. Ik werk vanuit huis en op locatie, met […]