Man tot Man
Door Jerry Hormone | beeld: Jaron Beekes
‘Het lijkt me goed als je je laat testen,’ zegt zijn vriendin.
‘Ik heb nergens last van,’ zegt Jeroen.
‘Nou, ik heb dus een beetje kriebel.’
‘Oh?’
‘Ja, precies dezelfde kriebel als toen ik chlamydia had.’
‘Jij had chlamydia?’
Ze knikt.
‘Vlak voor jou heb ik een keer met’ – ze noemt de naam van een getrouwde tv-presentator – ‘geneukt.’
‘Wat? Heb je het met díe flapdrol gedaan?’
‘Ik was dronken.’
‘Jezuschristus.’
‘Hij had een heel klein pikkie,’ probeert ze het goed te maken.
‘En van hem had je die chlamydia?’
Ze knikt weer.
‘Precies dezelfde kriebel als nu. Alleen toen had ik het aan m’n kontje.’
Hij zegt niks.
‘De huisarts heeft me getest en me een pilletje gegeven.’
‘En toen was het weg?’
‘Ja, natuurlijk. Als het iets is, dan heb ik het van jou.’
Dat lijkt hem sterk. Tussen haar en zijn vorige vriendin, die zich, omdat ze weinig vertrouwen in hem had, regelmatig liet testen, heeft hij nul geneukt. Maar hij belooft dat hij het zal doen.
Als ze weg is, haalt hij zijn piemel uit zijn broek. Bestudeert ’m aandachtig. Ziet niets bijzonders. Of wacht, die drie kleine bultjes aan de zijkant? Nee, dat zijn haarzakjes zonder haar. Die zitten er altijd al. Hij trekt de voorhuid naar achter. Godverdomme, een rode stip op zijn eikel. Hij wrijft er met een vinger over. De stip laat los. Gewoon een pluisje.
Als hij plast, denk hij dat-ie het voelt branden. Maar hij weet het niet zeker.
‘Heb je je al laten testen?’ vraagt ze een paar dagen later.
‘Nee, nog niet aan toegekomen.’
‘Ga nou gewoon effe langs je huisarts, joh. Is zo gepiept.’
‘Ik heb geen huisarts.’
‘Je hebt geen huisarts?’
‘Ik heb er sinds ik in de stad woon geen nodig gehad.’
‘Dan moet je maar naar de soa-poli van het Erasmus. Alleen kan je daar geen afspraak maken. Moet je om zeven uur ’s ochtends aanwezig zijn, een nummertje trekken en op je beurt wachten.’
‘Zo vroeg?’
‘Ja. En er komen alleen maar hoeren, junkies en Antillianen.’
‘Hoe weet jij dat?’
‘Paar jaar geleden met een vriendin geweest.’
‘En?’
‘Zij had herpes. Ik niks.’
Dat valt hem mee. Maar die soa-poli, daar heeft hij dus geen trek in.
‘Ik kijk wel,’ zegt hij.
Haar gezicht betrekt.
‘Zolang jij je niet laat testen,’ snauwt ze, ‘wordt er niet meer geneukt, niet meer gepijpt en zelfs niet meer getrokken.’
‘En met condoom?’ probeert hij nog, maar ze blijft die nacht niet slapen.
De volgende ochtend wordt hij om half twaalf wakker. Door de wekker van zijn telefoon, die op zes uur stond, is hij heen geslapen. Hij zet koffie en gaat achter zijn computer zitten. Googlet op ‘soa-test Rotterdam’. Het eerste zoekresultaat is de soa-poli van het Erasmus MC. Het tweede een pagina van de GGD. Er staat een telefoonnummer. Hij haalt diep adem en belt.
‘GGD Rotterdam, Seks & Soa, Marianne Winterboezem spreekt u mee, goedemorgen.’
‘Goedemorgen, u spreekt met Jeroen Aalbers. Ik zou graag een afspraak voor een soa-test maken.’
‘Behoort u tot een risicogroep, meneer Aalbers?’
‘Risicogroep?’
‘Bent u homo- of biseksueel en/of werkzaam in de prostitutie?’
‘Eh, nee, allebei niet.’
‘Heeft u symptomen die op een mogelijke soa kunnen duiden?’
‘Volgens mij niet.’
‘Is een sekspartner onlangs positief getest op een of meerdere soa’s of hiv?’
‘Nee, maar mijn vriendin heeft wel een beetje kriebel aan haar…’
‘Het spijt me, meneer Aalbers, maar mensen die alleen voor de zekerheid een soa-onderzoek willen, komen niet meer in aanmerking voor een test bij de GGD. Ik raad u aan om naar uw huisarts te gaan.’
‘Maar ik heb geen huisarts.’
‘Dan zult u zich eerst als patiënt moeten aanmelden bij een huisartspraktijk bij u in de buurt. Goedemiddag, meneer Aalbers.’
Marianne Winterboezem hangt op.
Zich aanmelden bij een huisartspraktijk in de buurt. Makkelijk gezegd. Die zitten allemaal vol. Komt hij op een ellenlange wachtlijst. Heeft hij gehoord.
Hij scrolt verder door de zoekresultaten. Een link met de tekst ‘MAN tot MAN’. Zal wel voor homo’s zijn. Hij klikt. Ja, het is voor homo’s. Een foto van twee jongens in bed. Ze kijken elkaar verliefd aan. Linksonder een link met de tekst ‘Testlab, regel online je hiv/soa-test’. Hij klikt.
‘Woon je in de regio Rotterdam-Rijnmond? Dan is jouw soa- en hiv-test makkelijk te regelen! Bij Testlab doe je gratis je test zonder je huisarts of een soa-polikliniek te bezoeken.’
Geen huisarts. Geen soa-poli. Gratis. Nice.
‘Je gaat naar een laboratorium bij jou in de buurt voor afname van bloed, urine en kweekjes. Anoniem en zonder wachttijden!’
Hij klikt op ‘Aanvraag starten’. Geeft een oud hotmailadres en een ‘nickname’ op. Vult een vragenlijst in.
– Heb je iemand de afgelopen 6 maanden betaald voor seks?
– Ben je zelf de afgelopen 6 maanden betaald voor seks?
– Met hoeveel verschillende personen heb je seksueel contact gehad (d.w.z. pijpen, neuken) in de afgelopen 6 maanden?
– Heb je condoom(s) gebruikt bij het laatste seksuele contact (d.w.z. pijpen, neuken)?
– Heb je de afgelopen 3 dagen (72 uur) onbeschermde anale seks gehad?
– Heb je ooit drugs gespoten?
Dan de strikvraag:
– Heb je seks met mannen?
Hij kan kiezen uit ‘Ja, alleen met mannen’, ‘Ja, maar ook met vrouwen’ en ‘Nee, alleen met vrouwen.’ Hoe willen ze dat controleren? Hem een pik voorhouden? ‘Pijpt u maar even, meneer Aalbers!’? Hij vinkt de tweede optie aan.
Laatste vraag: of hij klachten heeft aan penis, ballen en/of anus en zo ja, betreft dit jeuk, bultjes, wondjes, zweertjes, branderig gevoel bij het plassen, pijn bij het poepen, afscheiding, wratjes of andere klachten?
Hij heet net bij zijn ochtendplas nog eens extra opgelet. Hij voelde niks branden. Gewoon het gevoel van pis in je pisbuis. Hij klikt ‘Geen’ aan. Dan op ‘Afdrukken’. Een verwijsbrief rolt uit de printer.
Het dichtstbijzijnde lab is medisch diagnostisch centrum Star aan de Blaak. Hij drinkt het laatste beetje koffie uit de kan, doucht en stapt op de fiets.
De ingang van Star zit niet aan de drukke verkeersader, maar discreet in een zijstraatje met verder enkel de ingang van een parkeergarage en de achterkanten van kantoren.
‘Heeft u een afspraak?’ vraagt de Surinaamse receptioniste.
‘Nee,’ zegt hij en hij geeft haar de verwijsbrief, ‘ik ben hier via MAN tot MAN.’ Praat hij nou een tikkie verwijfd?
‘Trekt u maar een nummertje en neemt u plaats.’
‘Dank u.’ Ja, godver, hij praat volop verwijfd.
Hij trekt een nummertje. 278. De teller aan de muur in de wachtruimte geeft 269 aan. Hij gaat zitten. Kijkt om zich heen. De acht wachtenden voor hem komen hem niet perse gay voor. Een gepenkop die druk met zijn telefoon in de weer is. Een kantoormannetje dat aan zijn boord zit te frunniken. Een Zuid-Amerikaanse met een adamsappel. Een Marokkaantje dat onder zijn petje vandaan om zich heen loert. Als hun blikken elkaar kruisen, tuit Jeroen zonder er bij na te denken zijn lippen en slaat zijn benen over elkaar. De jongen kijkt weg.
Telkens als de teller verspringt, gaat een van vier deuren open. Een vrouw in een laboratoriumjas en een patiënt komen naar buiten. De patiënt heeft een witte papieren zak in de handen. De vrouw in de laboratoriumjas wijst naar de toiletten, verwelkomt een volgende patiënt.
Met de papieren zak verdwijnen de patiënten naar de wc. De een blijft er langer dan de ander. Terug in de wachtkamer zitten ze met de zak op schoot en wachten tot hun deur weer opengaat. Er weer een patiënt met een zak naar het toilet gestuurd wordt. De vrouw in de laboratoriumjas, na het verwelkomen van weer een nieuwe patiënt, hun zak aanneemt, met een vriendelijke lach, alsof er geen potje pis in zit.
De teller springt op 277. Een deur gaat open. Het kantoormannetje komt met zijn zak naar buiten. De Zuid-Amerikaanse staat op. Ze heeft een prachtig rond achterste. Het schijnt voor veel transen nog knap lastig te zijn om van hun vierkante mannenreet af te komen. Vaak lukt het niet met hormonen alleen. Moeten er implantaten aan te pas komen.
Ping, 278. Tweede deur van links gaat open. De Marokkaan met het petje stapt naar buiten. Papieren zak in de hand. Een frisse blondine lacht Jeroen vriendelijk toe.
‘Ga daar maar even zitten.’
Ze trekt de deur achter hen dicht. Een klein hokje. Luxaflex voor het raam. Twee stoelen en een tafel.
‘Laat me je verwijsbrief eens even zien.’
Hij geeft haar het printje.
‘Ah, je bent hier via MAN tot MAN.’
‘Ja,’ zegt hij en hij giechelt. Zwiept zijn haar naar achter. Hij is knettergek geworden.
‘Gaan we eerst bloed prikken.’
‘Oeh!’ doet hij.
Het is net als die keer dat hij zijn werk afbelde, met een kraak in zijn stem, deed alsof hij griep had, en drie kwartier later echt met hoofd- en buikpijn in bed lag. Als je maar lang en hard genoeg aan hoofdluis denkt, krijg je vanzelf jeuk op je kop.
Ze pakt een naald.
‘Stroop je mouw maar op.’
Hij maakt het knoopje van zijn rechter manchet los. Rolt de mouw tot boven zijn ellenboog.
Ze pakt zijn arm. Hij wendt zijn blik dramatisch af.
‘Het is maar een klein prikje, hoor.’
Ze steekt de naald in zijn elleboogplooi. Hij piept als een diertje.
‘Zo, dat was het alweer.’
Ze trekt de naald uit zijn arm. Watje. Pleister. Zijn bloed in een buisje. Het buisje in een grote witte envelop.
‘Dan nu een uitstrijkje uit de keel.’
Daar had hij niet op gerekend.
‘Oh.’ Rond mondje. ‘Waarvoor is dat?’ Knipper, knipper.
‘Door onbeschermde orale seks kan het keelslijmvlies geïnfecteerd raken met chlamydiabacteriën.’ Ze pakt een wattenstaafje van een centimeter of tien. ‘Steek je tong maar uit en zeg “A”.’
Hij steekt zijn tong uit. Zegt ‘A’. Ze steekt het stokje naar binnen. Voorbij zijn huig. Hij kokhalst. Ze trekt de wattenstaaf terug.
‘Sorry,’ hoest hij, ‘ik doe het nooit zo diep.’
Hij ziet haar denken: flikker van niks.
‘Ik zal voorzichtig zijn,’ zegt ze.
Hij steekt weer zijn tong uit. Zegt weer ‘A’. Stokkie erin. De tranen springen hem in de ogen. Maar hij kokhalst niet. Hij begint het al te leren.
De wattenstaaf gaat in een buisje. Het buisje gaat in de grote witte envelop. Dan pakt ze vanuit een plastic kratje onder de tafel de papieren zak.
‘Hier zit een potje in,’ zegt ze. ‘Daar moet je in plassen. Het eerste beetje van de urine opvangen.’
Hij knikt.
‘Dan zitten er nog een wattenstaafje en een buisje in voor het anaaluitstrijkje.’
‘Het wat?’
‘Het anaaluitstrijkje.’
‘Maar dat is niet nodig.’ Hij klinkt plots weer als zijn eigen oude hetero zelf. ‘Ik ben nog nooit in m’n…’
‘Het zal toch echt moeten. Iedereen die via MAN tot MAN komt, moet een anaaluitstrijkje.’
De teringlijers, denkt hij.
‘Je brengt het wattenstaafje zo’n vijf centimeter in en draait het dan driemaal rond. Zorg dat je goed langs de endeldarmwand gaat. Daarna het wattenstaafje in het buisje doen.’
Ze reikt hem de zak aan. Hij zucht. Ze kijkt hem aan. Trekt een wenkbrauw op.
‘Was je nu maar gewoon bij de soa-poli in de rij gaan staan, hè?’
Een kwartier later staat hij buiten. De zon schijnt. Hij belt zijn vriendin. Ze is thuis. Zit in de tuin met een biertje.
Een half uur later. Hij zit bij zijn vriendin in de tuin. Drinkt een biertje. De mouwen van zijn overhemd opgerold tot boven de ellebogen. De pleister, het bewijs, duidelijk zichtbaar. Maar neuken zit er nog niet in. Eerst wachten op de uitslag. Even aftrekken dan? Vooruit.
Lees meer van Jerry Hormone
Portret: Jerry Hormone
Door Jerry HormoneDe vierde bijdrager aan Handboek voor een Optimistisch leven die in het zonnetje wordt gezet: Jerry Hormone. Voordat zijn verhalenbundel Het is maar bloed werd gepubliceerd, verscheen zijn verhaal ‘Man tot man’ op De Optimist. In Handboek voor een Optimistisch leven is zijn verhaal opgenomen onder het thema Seks. Hoe heb je De Optimist leren kennen? Een […]
Lees meer uit de categorie kort verhaal
Akoestiek
Door Giuseppe MinerviniLa Strega hoort hem door het raam: driemaal laat hij de bronzen hendel uit de leeuwenbek op de deur vallen. De weduwnaar kamt zijn hagelwitte haar naar achteren, zet zijn hoed weer op, recht de revers van zijn blauwe colbert en drukt met twee vingers zijn roze zakdoek netjes in zijn vestzakje. ‘Ciao!’ roept ze […]